SefMaessen.nl

  • English
  • Deutsch

Beestenboel

het begin

De eerste keer dat Tijger op de levensschool komt, de school waar hij gaat leren hoe hij bewuster kan leven, is op een donderdagmorgen in september. Het is mooi weer. Hij komt 5 minuten te laat. In de ruimte met de andere dieren voelt hij veel verwarrende energie. Daar schermt hij zich voor af. Hij wordt verwelkomd door een wolf, die deze eerste bijeenkomst van de levensschool leidt. Wolf zegt : Dit is dus Tijger.

Tijger gaat rustig rond zitten kijken wat voor andere dieren er zijn. Naast Wolf zit Kalkoen. Die hoort ook bij de levensschool. Hij ziet een goedmoedige pandabeer. En een verlegen giraf. Een jonge aap. En een kale hond. Een aantrekkelijke antilope. Hij kijkt rustig rond en luistert. Er is een poedel die heel boos kan kijken. Ook een grote grizlybeer. Alle dieren vertellen waarom ze naar de levensschool gekomen zijn en wat ze willen leren.

Hij vertelt dat hij gekomen is om beter te leren hoe hij op andere dieren overkomt. En hoe hij kan om gaan met hoe andere dieren op hem reageren.

In de koffiepauze en bij het middageten blijken alle dieren met elkaar te praten.Hij praat met niemand. Hij kan niet zo maar gesprekken beginnen. Ook met bekenden kan hij dat vaak niet. Dus zwijgt hij maar. Hoe hij op zulke momenten overkomt weet hij niet. Dat is zijn manke poot. Daarvoor komt hij hier, om dat te leren.

voorspel

top

Er is eens een tijger met een manke poot, die is het alleen jagen moe. Hij wil beter leren met andere dieren samen te leven en te werken, maar hij weet nog niet hoe.
Tijger heeft zijn jachtterrein tegenwoordig in de bossen van Kambodja. Vroeger heeft hij regelmatig in het Afrikaanse oerwoud gejaagd. Dat is heerlijk jagen geweest. Eén keer heeft hij in de Zuidamerikaanse wouden gejaagd, dat is ook niet verkeerd.

Lang is hij op en af samen geweest met een hinde. Maar omdat hindes heel anders zijn dan tijgers en de mooie Hinde wilde dat hij zich als een hinde gedroeg, hield hij dat op den duur niet vol.

Nu is hij met een stekelvarken. Die heeft na enige tijd haar meeste stekels ingetrokken, maar af en toe pikt hij zich nog danig aan haar. Gelukkig heeft hij ook nog al wat vrienden en vriendinnen. De meesten kent hij al lang. Eén ervan, een getemde leeuw, al heel erg lang. Getemde Leeuw ziet hij vaak. Ook leden van de tijgerfamilie waar hij uitkomt ziet hij geregeld.

Maar goed, deze Tijger met zijn manke poot is het alleen jagen moe en wil beter leren met andere dieren samen te leven en samen te werken, maar weet nog niet hoe. Stekelvarken, zijn huidige vriendin, heeft hem verteld over een levensschool waar zij jaren geleden geweest is.Nu herinnert hij zich dat hij daar eerder van gehoord heeft. Maar in die tijd liever in Afrika is gaan jagen.

De levensschool heet : Integere Toepassing van Interdierlijke Praktijken.

Dat klinkt goed. Dat wil hij graag leren.

Na het middageten loopt hij op met een rustige geit.

Hij vraagt en luistert naar het verhaal over haar werk.

Aan het begin van de middag van de eerste bijeenkomst van de levensschool voelt Tijger dat hij moe is. Hij is 2 dagen tevoren uit de Kambodjaanse bossen naar Nederland gekomen en de overgang kost kracht. Af en toe doet hij zijn ogen even dicht.

“Jij zit te slapen ! ” roept Kalkoen ineens. Tijger weet dat hij goed geluisterd heeft, en dat zegt hij ook. Luisteren doet hij met zijn oren en niet met zijn ogen. En zijn oren heeft hij niet dicht gedaan. “Nee , kakelt Kalkoen, jij zat wèl te slapen ! “. Kalkoen heeft haar toon gezet.

Het avondeten krijgen de dieren in een prachtige oude villa.

Het eten is vegetarisch en lekker.

‘s Avonds gaat het over vast blijven zitten in patronen. Dat herkent hij wel. Dat situaties op hetzelfde uitdraaien. Maar “zien” wat hij doet en “vrije” keuzes maken vindt hij lastig.

Als oefening worden er gevoelshoudingen uitgebeeld. Vrolijk heid, verdriet, arrogantie, geilheid. Vrolijkheid levert grimassen op. Geilheid is voor hem aan niemand te zien. Aan hem zelf misschien ook niet.

Op vrijdagmorgen heeft Wolf het over leven zonder reserves : Hoe het zou zijn als je helemaal leeft en doet zoals jij wil. Zonder je schaduwkanten te verbergen, zonder een masker voor te houden.

Wat je wilt en wat er in je leeft kan tot uitdrukking komen in dromen. Tijger droomt vrijwel nooit. Hij onthoudt in ieder geval niet of hij gedroomd heeft. Behalve soms. ‘s Morgens op de rand van het wakker worden. Dan wéét hij ook dat hij droomt.

Na het middageten wil een biggetje met hem praten. Ze gaan lopen door de parkachtige omgeving. Of Tijger het wel naar zijn zin heeft. Dat hij er alleen en wat verloren bij lijkt te lopen. Hij zegt dat de start wat ongelukkig was maar dat het allemaal vanzelf wel bij zal trekken.

Bij binnenkomst is Wolf aan het trommelen. Een moederkloek en een brilslang dansen.

Een schuw hert wordt uitgenodigd om mee te dansen en Tijger wordt ook gevraagd. Na een paar minuten zijn alle dieren aan het dansen. Daarna wordt er gezegd dat sexuele energie levensenergie is.

Het onderwerp komt te liggen op gedrag. Wolf stelt uitersten van gedrag tegenover elkaar : Kuddegedrag tegenover gedrag van een eenling. Tijger voelt zich een eenling. Maar om zichzelf te kunnen zijn moet hij leren responderen. Omgaan met het gedrag van anderen.

En als hij zich wil inleven in anderen moet hij leren afstemmen.

Dat lijkt hem moeilijk, maar hij wil het leren.

Om dat te leren zullen er zaterdagmorgen groepjes van 4 dieren gevormd worden. In die zogenaamde “tussenzicht” groepjes gaan de dieren elkaar helpen bij de leerprocessen.

Ter afsluiting van de vrijdagmiddag wordt er bij de muziekdoos van Wolf een mantra gezongen. Tijger zingt mee. Hij houdt van zingen.

Vrijdagavond gaan de dieren in 2 groepen uiteen. Kalkoen heeft de leiding in zijn groep. Ieder dier wordt gevraagd hoe het zich voelt. En welke gevoelens andere dieren bij hen opwekken of versterken.

Rustige Geit loopt rond in de kring en zegt bij Tijger dat ze zich door hem onzeker voelt, dat ze hem arrogant vindt. Maar dat ze ook wel jaloers op hem is. Ze zou ook wel wat meer zelfverzekerd haar eigen gang willen durven gaan.

Schuw Hert vertelt dat hij zich ingehouden voelt. Hij kan zich niet stevig opstellen.

Kalkoen nodigt hem uit om te gaan staan. Ze vraagt Schuw Hert om op de grond te stampen. Maar de hertepoten stampen niet hard.

Tijger doet het voor aan Schuw Hert. Gewoon lekker stampen. En op een stoel springen. Gewoon lekker doen .

Na afloop van de avondles wordt er een biertje gedronken. Hij raakt aan de praat met een kip.

Zij snapt zijn houding wel. Hij is afstandelijk. Ze herkent het wel. Maar ze weet ook dat anderen er niet mee om kunnen gaan. Zegt ze.

Vervolgens wordt er door wat dieren gedanst.

Tijger danst mee. Hij vindt het erg gezellig.

‘s Morgens op de grens van wakker worden droomt Tijger. Vanachter een gordijn hoort hij een dier uit de groep zeggen dat het niet met een dier in een “tussenzicht” groepje wil zitten dat zichzelf niet laat zien.

Wolf opent de zaterdagochtendbijeenkomst. “Wie wil er wat zeggen ?” De kale Hond begint heel hard tegen Tijger te blaffen. Dat Tijger zich onaangepast gedraagt.

De kale Hond windt zich erg op.

Vervolgens doet de booskijkende Poedel ook nog een duit in het zakje. Dat het voelt alsof Tijger vanachter een gordijn naar haar kijkt.(!)

Wolf zegt dat het nu wel genoeg is met het maken van verwijten aan Tijger. De groep moet niet gaan treintje spelen : Aansluiten in de rij om Tijger verwijten te maken.

Tijger vertelt de droom die hij ‘s morgens heeft gehad.

En dat hij gewoon mee wil doen. Verlegen Giraf komt bij hem zitten en legt even een hand op zijn been. Wat lief, voelt Tijger.

Hierna gaat de groep in twee helften uiteen om groepjes van vier dieren te kiezen voor het “tussenzicht”.

Met “tussenzicht” wordt bedoeld : tussen elkaar toezien op de leerprocessen en elkaar daarbij helpen. In de groep van Tijger spreekt iedereen uit wat hij of zij denkt te kunnen bieden en wil leren. Daarna spreekt ieder dier één voorkeur voor een ander uit. Hierdoor zijn de groepjes vrijwel meteen duidelijk. De voorkeuren sluiten aardig bij elkaar aan. Tijger komt in een groepje met Goedmoedige Pandabeer, Aantrekkelijke Antilope en Kip.

De 1 ste bijeenkomst van het “tussenzichtgroepje” is begin oktober bij Tijger. Van Aantrekkelijke Antilope krijgt hij een leuk houten spelletje. Er is te eten en te drinken. Hij laat alle drie een zijden sjaal uitkiezen uit een partij die hij in Kambodja heeft gevangen. Daarna vertellen de dieren over iets dat hen erg bezighoudt. Ze spreken ook hun voornemen uit over wat ze willen doen in de komende tijd om eraan te werken. Daar zullen ze elkaar de volgende keer over vertellen.

zuiverheid

top

De tweede keer dat Tijger op de levenschool komt wordt de groep geleid door een Veulen. Op een donderdagmiddag in december. Het onderwerp van de bijeenkomst is : Zuiver denken, handelen en voelen. Omgaan met emotie. Het verlangen van de ziel.

Veulen praat over bezieling. Dat we allemaal wel momenten kennen of gekend hebben van bezieling en ook voelen wanneer dat helemaal ontbreekt. De dieren gaan in groepjes van 3 of 4 uiteen om momenten van bezieling met elkaar te bespreken. In de grote groep komt uit de evaluatie dat bezield zijn “helemaal opgaan in” is.

Het lijkt op ‘flow’. Bezield zijn is gewoon zijn , niet berekenend, wordt er gezegd. Bezieling blijft weg wanneer dingen ervaren worden als “moeten”. Wanneer handelingen met tegenzin gebeuren.

“Zuiver denken is moeilijk te omschrijven. Het is niet te veel denken, niet vervormend, niet piekeren, niet blijven malen. Maar ook niet te weinig, niet inert of naief zijn, niet alles maar laten gaan. Zuiver voelen is simpeler te omschrijven. Voelen is in beginsel goed.

Gevoelens mag je meestal ook wel uiten. Het is goed om bij je gevoel te blijven. Gevoel blijft gevoel. Gevoel eist niets.

Maar wanneer je je gevoelens gaat vervormen, je er van alles aan gaat verbinden, je er wat mee wilt bereiken, dan zijn het emoties. Dan ben je aan het manipuleren.

Wanneer je in je emotie gaat zitten ben je vals bezig.

Zuiver handelen ligt in het verlengde van zuiver denken en zuiver voelen. Het is moeilijk te omschrijven.

Een kunst is het om denken, voelen en handelen in balans te brengen. Zo, dat het een genoegen is.” Vertelt Veulen.

‘s Avonds is er lichaamswerk. Een beetje bewegen en een ander dier aanraken werkt ontspannend.

Vrijdagmorgen vertelt Veulen een droom van haar zelf over het thema verslaving.

Daarna vertelt Rustige Geit een droom waarin ze in het huis van haar moeder is en er buiten naast het huis gemaskerde mannen uit een auto stappen en gaan staan wachten. De droom gaat over haar grote voorzichtigheid en over haar angst om niet interessant genoeg gevonden te worden, is de uitleg.

Nu vertelt Knuffelbeer een droom. In die droom is hij in Rotterdam en vergaat de wereld. Eerst probeert Knuffelbeer nog weg te lopen maar op een gegeven moment gaat hij zitten en laat hij alles over zich heen komen.

Knuffelbeer is verschrikkelijk bang dat zijn relatie naar de knoppen gaat. Daarmee zou zijn hele wereld in elkaar storten. In zijn relatie laat hij gevoel nauwelijks toe.
Tussen de middag wandelt Tijger na het eten met Verlegen Giraf door de parkachtige omgeving. Het is aangenaam weer. Giraf vertelt over zijn werk. Hoe zijn chef tijdens het functioneringsgesprek op zijn vraag over wat hij moest doen om zijn slechte planningskwaliteiten te verbeteren had geantwoord : “Helemaal niets”.
“Voor planning hebben we anderen die dat wel goed kunnen “.
Wel goed van die chef, voelt Tijger.
Die middag wordt er gedanst.
Na het dansen praten de dieren erover of ze tijdens het dansen zichzelf zijn. Of met anderen bezig zijn. Zich laten leiden door beweging of door de norm.

De dieren gaan in groepjes uiteen om elkaar te vertellen en te laten zien hoe ze zijn als ze zich door emotie laten meeslepen

De situatie en de bijkomende emotie worden verteld. Tevens hoe het dier zich gedraagt. Dit wordt voorgedaan. De andere dieren vertellen hoe het gedrag op hen overkomt. Bij een ander is dat makkelijk te voelen en aan te geven.

Vrijdagavond wordt er doorgegaan op het thema van de middag. Dieren kunnen een voorval uit hun leven inbrengen waarin emotie de boel onzuiver maakt en waar ze last van hebben.

Grote Grizly vertelt over zijn persoonlijke situatie waarin jalousie van zijn vriendin zijn vriendschap met Olifantje, dat ook in de groep zit, verstoort. Veulen geeft aan dat Grizly duidelijk zou kunnen aangeven wat hij wil en daar voor kan gaan staan of anders een concessie kan doen aan zijn vriendin.

Goedmoedige Pandabeer vertelt over zijn relatie en dat hij vaak in de strijd gaat en met argumenten zijn gelijk wil halen. Hij kan nog al makkelijk negatieve dingen aanwijzen bij zijn vriendin. Veulen vraagt hem welke van die negatieve dingen hij ook bij zich zelf kent. En van welke hij het meest last heeft. Hij noemt van zich zelf het slappe, het halve, de twijfel.

Als oefening laat Veulen Goedmoedige Pandabeer tegen Schuw Hert aanduwen. Daarna gaan Schuw Hert, Grote Grizly en Knuffelbeer op Goedmoedige Pandabeer zitten en moet Pandabeer zich vrijmaken. Dat kan niet slap of half.

Er komt een grote kracht los in Goedmoedige Pandabeer. Het kost hem een gekneusde rib maar hij komt vrij. Les : Goedmoedige Pandabeer moet meer zijn mannelijke kracht inzetten. En niet zoveel slap en half en met twijfel doen.

Maar ja, een Pandabeer is ook maar een Pandabeer.

Na afloop wordt er gedanst en wat gedronken.

Zaterdagmorgen wordt er begonnen met lichaamswerk.

Vervolgens wordt er gevraagd wie er wat in wil brengen.

Brilslang vraagt : “Heb ik genoeg te bieden? Doe ik het goed genoeg? Ik weet hoe ik graag wil zijn en toch lukt het me vaak niet. Mijn wens is : “Ik wil graag zijn zoals ik ben”. Veulen zegt : Zó ben je dus, met je vragen en twijfels.

Wat is je liefste wens ? “Vrijheid”, zegt Brilslang.

“Wie vertegenwoordigt voor jouw vrijheid? “Paradijsvogel”, antwoordt Brilslang. Er wordt een stukje “tweegesprek met stemmen” gedaan om Brilslang te laten oefenen met het doorzetten tegen haar eigen ontmoedigende gedachtestemmen in. En te slagen. Daarna krijgt Brilslang het advies om meer in beweging te komen, lekker moe te worden, niet te veel te denken, niet teveel stilte te laten vallen.

Als haar valkuil wordt genoemd : Denken dat ze eerst nog iets moet doen, voor dat ze er mag zijn. Ze mag er gewoon zijn en ook doen. Denken : “Ik ben er”.

Een pony vertelt, dat ze het moeilijk vindt om naar haar werk te gaan waar ze vanaf wil. Waarvan ook al duidelijk is dat ze er weggaat. Maar nog niet wanneer. Ze voelt zich als een briesend paard in een stal met gesloten deuren. Ze krijgt het advies om te kiezen tussen ontslag nemen en de vrijheid voelen of wachten met ontslag en solliciteren en netwerken tot er iets anders komt.

Verlegen Giraf vertelt over zijn keuze voor een andere vrouw. Dat het vasthouden aan die keuze betekent dat hij zijn vrouw, zijn kinderen en ook zichzelf verdriet aandoet. Een merrie vertelt : Mijn passie is paarden. Mijn werk bevalt me al lang niet meer. Ik sta niet achter de visie van het bedrijf. Om het geld hoef ik er niet persé te blijven. Een tijdje zonder mijn inkomen kunnen we thuis wel aan.

Ze is blijven werken waar ze nu werkt in de hoop iets te kunnen veranderen. Maar het houdt een keer op. Stoppen met dit werk zou kunnen betekenen, dat ze al haar energie in ander werk of in haar passie kan steken.

Ze heeft al stappen ondernomen om te verkennen wat ze met haar passie zou kunnen qua werken.

Aantrekkelijke Antilope vertelt over haar relatie. Daarbinnen speelt iets dat haar verschrikkelijk verdrietig en eenzaam maakt. Tijdens het vertellen komt heel veel verdriet (en angst ?) bij haar los.

Tijger zit ernaast en kijkt naar haar. Aantrekkelijke Antilope kijkt hem hartverscheurend aan.

Hij twijfelt over wat hij nu moet doen. Als hij haar troost, is dat dan om haar verdriet of omdat hij haar aantrekkelijk vindt ?

Dan troost Knuffelbeer Aantrekkelijke Antilope. De hele groep leeft mee en is duidelijk onder de indruk.

Dan vraagt Veulen aan Tijger : “Hoe is het voor jou om hier aanwezig te zijn ? Hij antwoordt: “Ik vind het moeilijk om gesprekken aan te knopen. Ik weet vaak niet weet wat ik moet zeggen. Dan zwijg ik maar. Soms krijg ik dan te horen : “Wat kijk jij streng”. ”

Hij zegt dat hij ook wel discussies afkapt of lastige vragen ontwijkt. Daardoor voelt hij zich wel eens eenzaam. Terwijl hij er graag gewoon bij wil horen. Veulen vraagt met wie hij zich in de groep verbonden voelt. Hij noemt Aantrekkelijke Antilope en Goedmoedige Pandabeer, Spinnende Poes en Verlegen Giraf.

Veulen zegt dat Tijger toen hij danste heel anders op haar overkwam dan nu. Veel levendiger en opener. Dat ze hem aanraadt om meer in beweging te komen, goed in zijn lijf te zakken. Dat hij vanuit dansen misschien makkelijker kontakt maakt. Dat hij verder minder zou kunnen fronsen en wegkijken of alleen naar het scherm in zijn eigen hoofd kijken.

Dat hij daarmee het kontakt met de ander verliest. Daarmee sluit Manke Tijger zich af volgens haar. Zijn opgave is helemaal in zijn lichaam zijn en van daaruit kontakt maken. En vanuit zijn hart spreken.

Verlegen Giraf komt bij hem zitten. (Lief)

De 2 de tussenzichtbijeenkomst maakt hij niet mee. Hij hoort alleen van Aantrekkelijke Antilope, als hij in Kambodja is, dat die bijeenkomst er in december is geweest.

Tijdens hun verblijf in Kambodja beëindigen hij en Stekelvarken hun relatie.

De 3de tussenzichtbijeenkomst is op een zaterdagmiddag in januari bij Goedmoedige Pandabeer. Samen met Kip rijdt hij erheen. Antilope kan niet komen.Ze eten lekkere soep en daarna suikerbrood.

In een mooi natuurgebied en in een waterig zonnetje praten ze met elkaar over wat hen bezighoudt.

teruggetrokken

top

De derde keer is de bijeenkomst op de levensschool een soort “terugtrekking”. Ook dieren uit andere groepen zijn erbij. Het is eind januari. De eerste 2 dagen mag er behalve tijdens bijeenkomsten met ‘helpers’ en tijdens de grote bijeenkomst van alle dieren samen, niet gepraat worden.

Er is geen alcohol, geen muziek. De bedoeling is dat de wezens zich richten op wat in henzelf leeft en uit henzelf naar boven komt in plaats van zich te laten leiden door wat van buiten komt.

Er is allerlei materiaal om mee te werken : zeepsteen, klei, verf, potloden en kleurstiften en papier. Er is een kapel die uitstekend dienst doet als stilteruimte, hoewel het natuurlijk overal meestal stil is. Om het gebouw ligt een grote tuin. De omgeving is rustig en nodigt uit tot wandelen.

‘s Middags is er een ontmoeting met een helper met wie Manke Tijger bespreekt wat voor hem onderwerpen zijn om zich mee bezig te houden deze dagen. De helper is een prettig warm Zwijn. Manke Tijger wil uit zijn hoofd, meer in zijn lijf zakken, contact maken en ervoor open staan. Niet de meest geschikte dingen voor een retraite waar veelal contactloos gezwegen wordt en het in zijn hoofd zitten alleen met creativiteit en meditatie te doorbreken valt. Hij krijgt een korte massage van Warm Zwijn. Dat beurt lekker op, voelt hij.

Het niet mogen praten lijkt er bij veel dieren toe te leiden dat zij anderen niet meer aankijken. Er wordt bijna niet meer gegroet, ook niet met blikken. Tijdens het eten is het ongezellig stil.

Dieren kijken elkaar nauwelijks aan. Gelukkig zijn er die wel kijken, vriendelijk lachen en gezellig doen.

De eerste avond komen de dieren in groepjes bijeen. De groepjes bestaan uit dieren uit alle groepen. Leuk. Verfrissend. In zijn groepje wordt besproken wat ieder voor zich probeert te verbergen, tegen te houden, of te vermijden. Manke Tijger noemt voor hemzelf : Onzekerheid, meningsverschil, creativiteit, het tonen van betrokkenheid en de angst om afgewezen te worden.

Wezens die de dieren willen helpen hebben aangeplakt wat ze aanbieden. Tijger maakt een keuze. “Dans, spel en beweging” lijkt hem wel wat. “Laat je aanraken” spreekt hem aan. “Doen wat je diep van binnen weet”. En ook : “Wat je niet wilt kennen”.

Voor de komende 2 dagen heeft hij voor elke ochtend en middag iets te doen. Daarbuitenom wil hij wandelen en kijken wat hij voor creatiefs kan doen.

Op donderdagmorgen begint hij na het eten in de creatieve ruimte. Viltstiften bevallen hem het beste. Na het ‘kleuren’ zit hij met wat andere dieren in de wachtruimte voor “Spel, dans en beweging” en tegelijk voor ‘Laat je aanraken’ . De andere dieren wachten op ‘Laat je aanraken’.Voor “Dans, spel en beweging” komt hij veel eerder aan de beurt. Dat staat als eerste op zijn lijstje. Dat komt goed uit.

“Dans, spel en beweging” wordt aangeboden door een lieve lapjeskat. Door het dansen komt hij lekker in zijn lijf te zitten. Het werkt verfrissend, voelt hij.

‘s Middags gaat hij eerst weer even lekker kleuren. Tijger heeft een groot blad papier dat hij helemaal wil vullen met verschillende vormen en kleuren. Of misschien wel net niet helemaal. Hij weet nog niet hoe het eruit zal gaan zien.

Daarna gaat hij naar de helper die hulp bij “Doen wat je diep van binnen weet” aanbiedt. De deur is dicht. Er wacht niemand. Na een kwartier komt een vermoeid en ontevreden kijkende kraai naar buiten.

Dat blijkt de helpster te zijn. Er was verder niemand binnen.

De kraai gaat thee voor zichzelf halen.

Wanneer ze terugkomt wordt hij naar binnen gevraagd.

Tijger vertelt haar dat hij op dat moment zonder relatie is en niet weer zo maar verliefd wil worden om vervolgens het schip weer te zien stranden.

Ook qua werk voelt hij niet goed wat hij nou wil. Wat hij nu doet in het buitenland voelt niet echt lekker. Het werk in Nederland bevalt beter, maar daar kan en wil hij niet volledig van leven.

Dus wil hij graag hulp om bij zijn “diepste weten” te komen.

Ontevreden Kraai zegt : “Ik vermoed bij jou geen diepere laag. Misschien moet je maar gewoon lekker oppervlakkig doorgaan. Ik kan je niet helpen”.

Zij geeft hem een tekst mee. Een tekst waaruit spreekt dat het erom gaat wie je echt bent wanneer ‘het eropaan komt’. De tekst spreekt hem erg aan. Verder is de ontmoeting met Ontevreden Kraai teleurstellend en onaangenaam.

‘s Avonds worden er in de grote groep dingen besproken die door dieren ingebracht worden. Soms hebben die dieren al gesproken met de Koe en de Keffer die deze terugtrekbijeenkomst en de grote kringgesprekken leiden. Waar het over relaties tussen mannen en vrouwen gaat hoort hij van Keffer woorden die hem bijblijven :

Een man moet zich op de relatie richten en een vrouw op haar eigen leven. Omdat een man uit zichzelf geneigd is zich vooral op zijn eigen leven te richten en een vrouw geneigd is om zich erg op de relatie te richten.

Vrijdagmorgen gaat Tijger eerst verder met kleuren. Vervolgens naar de helper die “wat je niet wilt kennen” aanbiedt. Zij is een vriendelijke berggeit die voor hen beiden thee haalt.

Op de vraag wat hij niet wil kennen antwoordt hij : “Hoe ik overkom” .

De vriendelijke berggeit laat hem merken hoe hij op haar overkomt : Zij gaat op een afstand zitten. Zij voelt zich niet op haar gemak bij hem.

Hij zegt : “Dat vind ik jammer en heel vervelend”.

Dan komt de vriendelijke berggeit weer dichter bij hem zitten en zegt dat hij nu al weer prettiger voelt.

Na het middageten komt een helpster naar hem toe die zegt dat in het overleg van de helpers is gezegd dat het goed voor Manke Tijger zou kunnen zijn om bij Stoere Schildpad op bezoek te gaan.

In plaats van naar de helpster van “Laat je aanraken” gaat hij daarom naar Stoere Schildpad.

Stoere Schildpad is in een judopak gestoken. De ruimte is geschikt voor stoeien en vechten. Stoere Schildpad houdt een groot kussen voor zich.

Hij nodigt hem uit om zijn ergernis te uiten. Op wie is hij boos ? Schop maar, sla maar, roep maar.

Tijger voelt boosheid naar zijn grote liefde. Over haar gezeur en haar verwijten. En boosheid naar meer mensen waarvan hij vindt dat ze zich aan hem opdringen, hem willen beinvloeden, aan zijn kop zeuren. Maar terwijl hij woedend van zich afschopt en hard : “Flikker toch godnakendekutju een eind op !” roept, voelt hij ook eenzaamheid. Hij wil niet dat iedereen weggaat.

Hij wil niet altijd alleen zijn. Hij wil ook samen met mensen zijn.

Hij voelt dat Stoere Schildpad hem erg heeft geholpen. Met een goed gevoel gaat hij weer verder met kleuren.

Het vel maakt hij bijna helemaal vol. Hij is er heel tevreden over.

Helaas past het niet bij de opdracht die er uitgedeeld is voor creatieve uitingen. “Innerlijke strijd” is in zijn kleurplaat niet te ontdekken.

Aan het eind van de middag mag er weer gepraat worden. Hij maakt even warm contact met een lieve lesbische Lama waar hij tijdens de maaltijden prettig oogcontact mee heeft gehad.

Zaterdag aan het eind van de morgen praat hij wat met Aantrekkelijke Antilope en Grote Grizlybeer.Hij zal voor Grote Grizly in de Kambodjaanse bossen op zoek gaan naar een “zingende schaal”.

Voor Aantrekkelijke Antilope heeft hij houten speelgoed meegenomen.

Schuw Hert vertelt hem dat hij het nu makkelijker vindt dan voorheen om kontakt met Manke Tijger te maken.

Tijger verlaat de terugtrekking met een gevoel van rust. Dat gevoel blijft nog weken hangen.

Bij thuiskomst staat Mooie Hinde op zijn voicemail. Zij wil graag weten hoe het met hem is. Mooie Hinde heeft al meer dan een jaar alle kontakt geweigerd. Wat fijn dat ze nu ineens wel kontakt wil. Hij belt haar op om met haar te praten. Later spreken ze af om elkaar te ontmoeten. Hij houdt van haar.

De 4de tussenzichtbijeenkomst is bij Aantrekkelijke Antilope.

Er is lekker eten. Hij vertelt uitgebreid over zijn hernieuwde kontakt met Mooie Hinde en dat hij goede hoop heeft dat het weer goed gaat komen tussen hem en haar.

Daarna begint het tussenzicht. Ze praten over de eerste keer dat ze elkaar ontmoetten op de levensschool. Kip vertelt hoe ze heeft gedacht toen Tijger binnenkwam : “Nu komt er echt een geweldig iemand binnen”.

Later op de avond zijn er irritaties. Kip reageert nogal eens met : Dat snap ik niet ! Pandabeer merkt op dat hij Kip nogal fel vindt reageren op de anderen. Dat vindt Aantrekkelijke Antilope ook. Goedmoedige Pandabeer vraagt aan Kip of ze daar naar wil kijken. Bij het afscheidnemen is Kip snel weg. De volgende dag stuurt Tijger Kip een e-mail. Dat het hem spijt als zij het gevoel heeft dat zij niet gehoord wordt. Dat hij het moeilijk vindt om haar te kunnen volgen. Maar dat hij daar wel zijn best voor wil blijven doen.

Kip antwoordt dat zij naar hem geen vervelende gevoelens heeft. Hij heeft zijn irritatie geuit en daar heeft ze op kunnen reageren.

De vierde keer gaat hij samen met Kip naar de levensschool. Zij heeft hem gevraagd of zij mee kan rijden. Het is maart. Er ligt sneeuw.Hij is ‘s morgens om half 10 bij haar zoals zij gevraagd heeft.Om 10.00 uur zijn ze ter plaatse. Daar horen ze dat de levenschoolbijeenkomst pas ‘s middags begint. Allebei niet aan gedacht.

Ze besluiten om te gaan wandelen. Kip weet de weg, zij werkt vlak bij. Na een wandeling door een prachtig parkachtig sneeuwlandschap gaan ze op bezoek op het werk van Kip en drinken er koffie. Daarna gaan ze winkels kijken. Er is een leuke esoterische winkel.

Ze besluiten wat te gaan eten. Tijdens het eten vraagt hij Kip wat ze wil doen met de onprettige ervaring tijdens de laatste tussenzichtbijeenkomst. Kip zegt dat ze niet weet of ze er wel over wil beginnen. Maar dat ze nog steeds heel erg boos is.

Wanneer ze er over begint komt haar boosheid weer helemaal terug. Dat geldt niet voor hem maar voor Pandabeer en Antilope, zegt Kip.

Manke Tijger schrikt er een beetje van. Als dat maar goed komt.

lijden

top

De vierde bijeenkomst van de levensschool wordt geleid door de Koe die ook de terugtrekbijeenkomst mede heeft geleid. Ze vertelt iets over zichzelf. Zij heeft lieve ogen.

Het thema is lot en karma.

Lieve Koe zegt: “Je lot is je bestemming. Door je vast te bijten in de strijd tegen je lot beperk je je vrijheid van leven. Door vast te houden aan de overtuiging dat iets niet had mogen gebeuren behoud je de grond om iets niet te hoeven, niet te kunnen, niet te mogen.

Je kiest ervoor jezelf op te sluiten. Door aanvaarding van je lot, en vooral door het geven van een antwoord op wat er gebeurt of op wat je overkomt, door in beweging te komen, voorkom je dat je jezelf opsluit! Zo kun je je ook weer uit die houding bevrijden”.

Aldus Lieve Koe.

“Karma is de wet van oorzaak en gevolg. Niet beperkt tot oorzaak en onmiddelijk gevolg.
De gevolgen kunnen veel verder strekken. De gevolgen van een klap kunnen bij een kind heel vèrstrekkend zijn. Het gedrag en het welbevinden van het kind kunnen er langdurig of voor altijd door beinvloed worden.

Voorbeelden van gedrag kunnen gevolgd worden tot in de xste generatie.

Bij het doorbreken van karma is het nodig om eigenbelang en algemeen belang van elkaar te onderscheiden, gewetensvol te zijn en je verantwoordelijk te voelen voor de gevolgen van je gedrag en je handelingen”. Zo Lieve Koe.

Op de donderdagavond praat Lieve Koe over “het geheime besluit” dat wij vroeger hebben genomen en waar wij nog steeds naar handelen.

Zo’n besluit als : “Dit overkomt me nooit meer, voortaan zeg ik dat ik geen zin heb, dat ik moe ben, dat ik het niet kan” kan de rest van je leven dienen als rechtvaardiging om onder dingen uit te komen of voor andere beslissingen, zegt de Koe. Zo’n besluit kan er ook heel anders uit zien.

Zelf had Manke Tijger ooit besloten : “Als het me niet bevalt ga ik weg” en bleef daardoor altijd makkelijk buiten schot.

Een egel had besloten : “Ik wil niet gezien worden” en hield zich daarmee buiten beeld.

IJdele Knuffelbeer had besloten dat hij altijd kan zeggen : “Daar heb ik geen zin in (en die hoef ik ook niet te maken)”.

Kale Hond had besloten, dat hij wanneer hij ervan overtuigd is dat een beslissing juist is, hij die neemt, ook al wordt die door anderen niet gedragen of geaccepteerd.

Al deze besluiten zijn volgens Lieve Koe genomen uitverdriet, maar vooral door de laag die daaronder zit : boosheid, teleurstelling, agressie, gekwetstheid.

En uit deze besluiten komt veel passieve agressie voort.

(Soms ook heel gerichte aanvallendheid.)

Lieve Koe spreekt over ‘lijden’ . “Er kunnen verschillende redenen zijn voor lijden. Verschillende redenen waarom wij niet in het hier en nu leven, niet vrij zijn in ons leven. Het kan zijn dat we ons lijden niet begrijpen. Terwijl we het zelf veroorzaken. Dat we een reden zoeken voor het lijden. Terwijl die er soms helemaal niet is.

Het lot heeft geen reden. Lijden heeft vandaaruit gezien ook geen reden. Het is ook moeilijk je in het lijden van een ander te verplaatsen. Je kunt het nooit meevoelen. Dat lijden voelt alleen die ander. Het is een kunst om lijden te aanvaarden.

Het een plaats te geven in je leven”.

Aldus Lieve Koe.

Het laatste uur van de avond gaan de tussenzichtgroepjes luisteren naar ieders ervaring met “lijden”. In zijn groepje brengt hij zelf het gesprek op het lijden van Kip. Dat hij denkt dat in zijn groepje eerst de onvrede van Kip met het verloop van de tussenzichtbijeenkomsten besproken zou moeten worden, voordat zij aan de algemene opdracht toekomen.

Kip schildert hoe verschrikkelijk zij het heeft gevonden dat haar gevraagd werd of ze eens wilde kijken naar de manier waarop zij de anderen benaderde. Dat ze vindt dat ze daarmee niet wordt geaccepteerd zoals zij is. Dat haar daarmee wordt voorgeschreven hoe zij zich moet gedragen.

Goedmoedige Pandabeer en Aantrekkelijke Antilope zijn verbaasd dat zij nu pas horen dat Kip het de vorige bijeenkomst zo vervelend heeft gevonden. En vragen zich af waarom zij dat niet eerder heeft gezegd.

Zij voelen zich een beetje raar behandeld door Kip. Kip kan alleen maar herhalen hoe verschrikkelijk boos zij hier nog steeds over is.

Manke Tijger zegt tegen Kip : “Ik ben bang Kip, dat als jij zo boos blijft, wij hier samen niet uitkomen”.

“Hoe bedoel je dat ?!” kakelt Kip.

“Nou, precies zoals ik het zeg, Kip. Dat als jij zo boos blijft, ik bang ben dat wij hier niet uitkomen”.

“Dat snap ik niet !”, kakelt Kip.

“Wil je dat ik het in het Duits tegen je zeg, Kip, of in het Turks ?”, bromt Manke Tijger. Ze gaan uiteen zonder iets te hebben afgesproken met elkaar.

Vrijdagmorgen brengen dieren dingen in die het onderwerp van de vorige dag heeft losgemaakt.

Grote Grizly zegt dat hij verlangt naar de relatie met Olifantje zoals die was (voordat de jalousie van zijn vriendin een rol ging spelen). Maar zijn ‘geheime’ besluit van “Ik zeg het niet” verbiedt hem om er iets aan te doen. Hij zal het verlies moeten aanvaarden.

Booskijkende Poedel vertelt dat ze zich ‘s nachts haar geheime besluit herinnerde. Het is: “Met de buitenkant kun je doen wat je wilt maar mijn binnenkant kun je niet raken.” Ineens realiseert ze zich dat het dit besluit is waardoor ze wel eens hoort dat wezens zeggen: “Eerst dacht ik dat je arrogant was, nu ik je beter leer kennen blijkt dat niet zo te zijn”.

Op de reactie van Lieve Koe: “Je bent ook arrogant!” schiet Poedel in de lach en zegt: “Nee. Ik erken wel dat ik – met name in conflicten, dan groei ik nog iets meer – een arrogante houding kan hebben, maar echt arrogant… neee…” . “Jawel”, zegt de Koe, “dat is arrogant.” Poedel schiet weer in de lach. “Neee…, als mensen me beter leren kennen merken ze dat ik niet arrogant ben…”. “Wat doe je er dan aan zodat ze je beter leren kennen?”. “Niks… dat komt vanzelf…”. “Dus ze moeten joú beter leren kennen… dat is toch arrogant” zegt Lieve Koe. “Best wel slim, die Koe”, denkt Manke Tijger.

Valse Kip brengt de situatie in haar tussenzichtgroepje in. Haar “geheime” besluit is : “Ik vertrouw het niet, ik trap er niet meer in”.

Ze begint over de vorige avond, hoe ze haar boosheid uitte omdat ze vond dat ze niet gehoord werd.

Lieve Koe helpt haar al gauw naar waar het begon. En dat ze ook gewoon om aandacht had kunnen vrágen.

Langzaam lijkt het Kip duidelijk te worden. Dat ze ook had kunnen zeggen : “misschien ben ik niet duidelijk geweest”.

“Het gaat om fundamentele levenshoudingen”, zegt Lieve Koe.

Rustige Geit zegt geraakt te zijn door het stukje uit ‘Tot zover’ van Wijze Uil. Met name waar het gaat over het niet kunnen helpen. Ze zegt zich tòch verantwoordelijk te voelen voor dingen die niet van haar zijn en merkt dat ze zich terugtrekt omdat ze problemen van andere dieren niet op kan lossen of zich opstelt als hulpverlener en daardoor te weinig naar zichzelf kijkt.

Een zeeleeuwin vertelt dat zij er in geslaagd is het familiekarma ’emotionele verwaarlozing’ te doorbreken. Haar jongen zijn warme liefdevolle zeeleeuwtjes en de zeeleeuwin voelt zichzelf gevoelsrijk.

Lieve Koe vraagt: “Voel je emotionele verwaarlozing bij jezelf?

De zeeleeuwin antwoordt : “Ik heb het vaak afgesloten gehouden. Dat is veranderd.”

Lieve Koe: “Je zoekt het toch bij jezelf en je verdedigt jezelf.

Ik voel bepaalde spanning. Ik zou graag hebben dat het ook lichter voor jezelf kan worden (voor jou!)”.

Kalkoen: “Het is frappant maar ik kan als laatste jouw naam onthouden.”

Een paard: “Ik voel protest omdat het voor mij lijkt alsof jullie haar wonder afpakken.”

Antilope vraagt aan Lieve Koe waarom ze niet wacht totdat het voor de zeeleeuwin rijp is. De Koe: “Omdat ik benauwdheid ervaar, een krampachtigheid, een vorm van overleven.”

Een merrie: “Zie je dat of merk je het door te luisteren?”

Lieve Koe: “Ik stem af op haar.”

De zeeleeuwin: “Wat doe ik mezelf dan tekort?” Lieve Koe: “Wat is je geheime

besluit?”

De zeeleeuwin: “Nu even niet…”

Paradijsvogel geeft aan veel van het verhaal van de zeeleeuwin te herkennen, vooral de moeite die het kost. Met een voorbeeld illustreert ze hoe zij het met haar jongen doet.

Lieve Koe vraagt waarom ze dit inbrengt en het antwoord luidt: “Om kwetsbaarheid te tonen.”

Lieve Koe: “Dit is niet kwetsbaar”. “Het zou voldoende zijn geweest wanneer je het had gelaten bij ‘de moeite die het kost’ , zonder er een voorbeeld bij te geven. Dan is er kontakt.

Nu voeg je er een afgerond verhaal aan toe”.

Moederkloek vertelt over een dierbare vriendin die ernstig ziek is.Ze doet wat ze kan, stemt af op haar vriendin en toch geeft deze vriendin aan dat ze haar mist. Moederkloek legt zelf het verband: “misschien laat ik me niet helemaal zien?”

Lieve Koe maakt duidelijk dat het dier juist de vriendin mist die met haar praat over het goede boek, de goeie film et cetera. Ook al ga je dood, dan kun je nog wel lachen…

IJdele Knuffelbeer dacht de opvoeding van zijn ouderdieren onderhand wel verwerkt te hebben. Nu blijkt dat hij moeite heeft met voelen, voelen is pijn en dat sluit hij af. Dat doet hij door te eten, TV te kijken en op de PC bezig te zijn. Lieve Koe zegt dat er de keuze is tussen blijven verdoven of voelen (wat inhoudt dat daarmee ook de pijn komt). Zijn geheime besluit luidt: “daar heb ik geen zin in…” en Lieve Koe vult aan: “en die hoef je ook niet te maken!”

Ijdele Knuffelbeer neemt het zichzelf kwalijk die pijn te ontvluchten. Het antwoord van Lieve Koe luidt dat waar je lui bent het goed is om jezelf op je donder te geven.

Pijn bestaat nu eenmaal en daar ontkom je niet aan.

Biggetje maakt een start met een inbreng. Lieve Koe vraagt of er een vraag aan gekoppeld is. Dat is niet het geval dus daar blijft het bij. Koe heeft dieren meestal goed door.

Na het middageten trapt Tijger een balletje samen met wat andere dieren in het park. Dat vindt Manke Tijger leuk.

In de vrijdagmiddagbijeenkomst luistert hij naar het volgende :

Goedmoedige Pandabeer : “Het onderwerp ‘lijden’ vind ik nogal abstract. Ik kom er niet bij. Wat is je lijden?

Het gaat over eenzaamheid. Tot 24-25 jaar heb ik weinig contact gemaakt, niet gevoeld. Het voelt ‘zielig’.”

“Dat is dus lijden”, vraagt Panda ?

Lieve Koe:”Door het als ‘zielig’ te benoemen, ga je er weer van weg”. Achter eenzaamheid zit ook boosheid; daar kun je ook bang voor zijn.

Een lapjeskat: “Ik heb favorieten in de groep. Wie is mijn favoriet? Bijvoorbeeld Moederkloek. Ik had wel zo’n moeder willen hebben als zij. Iemand die me accepteert en vrijlaat, een beetje knuffelig ook. Lieve Koe : “Wat je zo sterk in een ander ziet, daartoe ben je zelf ook in staat”.

Een pony vertelt een droom: Ik ben onder hypnose gebracht door Kalkoen. Die zegt : ‘Je kern is goed,hoor!’ (Ben ik nou wel of niet onder hypnose?). Vervolgens : Ik spring met kleren aan in de sloot. En dan : Ik zit aan een lange tafel en wordt overgeslagen met de soep. In de soep van het dier naast mij zitten bloedzuigers. De reacties van de Koe op de droom zijn:

je bent toeschouwer van je bestaan i.p.v. dat je je bestaan

zelf leidt.
geruststelling: je kern is goed, je hoeft niet meer te vechten.
springen in de sloot = spelen. Doe je dat genoeg?
In de droom is het verzet; je doet het stiekem.
bloedzuigers zijn heel onaangenaam en toch zuiverend.
Vervolgens wordt er energetisch werk gedaan : Eerst wordt er in tweetallen een oefening gedaan: bewegen, de ander meelokken, handen uitstrekken naar de ander en naar die ander uitspreken: ‘ik heb je nodig’.
Daarna wordt er gevraagd hetzelfde te doen met iemand in de groep met wie je een moeizame relatie hebt.

Hij kiest voor Biggetje. Tjonge, wat kan hij zich ergeren aan haar “gedoe”.

Op weg naar Biggetje komt Kalkoen op hem af. Zou zij hem willen vertellen hoeveel moeite zij met hem heeft ? Maar hij gaat naar Biggetje. En ziet Pandabeer naar Kip toe gaan.

Daarna wordt er weer een grote kring gevormd.

De Egel zegt: “ik krijg het benauwd van: “ik heb je nodig”.

Lieve Koe: Als je behoefte hebt aan contact, dan heb je ook ‘nodig’ , dat is de erkenning dat je als mens niet alleen wilt zijn.

Kale Hond zegt: “ik heb moeite met de oefening ‘ik heb je nodig’. Ik kan dat niet tegen iedereen zeggen”.

Lieve Koe: “het zit niet in de oefening, het zit in jou. ‘ik heb je nodig’ is een intentie met alle persoonlijke nuances hoe het is om dat te ervaren. Het heeft met overgave en vertrouwen te maken. Je bent bang om je echt toe te vertrouwen.

Geef toe dat je bang bent. Het is ook hulp vragen.

Dat vooronderstelt moed. Als ik het niet doe (uitreiken en nodig hebben), veroorzaak ik lijden bij mijzelf en de ander.

Zo groot als je weerstand is, zo groot is je verlangen.

Er is een gehechtheid aan de weerstand. Verplaats de focus van je weerstand naar je verlangen. Dat is een wilsbesluit”.

“Lot-lijden-geheimbesluit : je kunt jezelf slaaf maken van je besluit; je kunt ook besluiten tot vrij zijn. Er is altijd grote spanning tussen vrijheid en onvrijheid. Zorg dat je het goed hebt met jezelf!”

Hij loopt samen met Aantrekkelijke Antilope naar het gebouw waar gegeten wordt. Hij vertelt haar dat het hem is opgevallen dat de meeste dieren onder de dwang van hun “geheime” besluit uit willen en er de kwalijke kanten van ervaren. Maar dat er enkele zijn die nog steeds heilig overtuigd lijken van de juistheid van hun besluit en denken dat ze daar vooral dingen mee bereikt hebben of voorkómen.

Hij denkt daarbij aan Kip en Hond. Maar noemt ze niet.

Vrijdagavond is het thema: negativiteit en verwerking

Lieve Koe vertelt : “Negativiteit is iets dat je zelf doet. Je kunt er dus ook zelf iets aan veranderen. Het begint daar waar je je afscheidt van anderen en jezelf op de eerste plaats zet.

Het stopt op een bepaalde manier de wederkerigheid in je relatie met anderen”. Zij geeft als voorbeeld: “Je kunt het leven zien als iets waarvoor je op je hoede moet zijn, als een zware plicht en opoffering;

Alles wat je doet waardoor je ongelukkig wordt, bijvoorbeeld altijd te hard werken, altijd klaar staan voor iedereen…; Er komt een tijd dat je dat verrekend wilt hebben (daar waardering voor wilt krijgen)”.

“Je bouwt als het ware een dossier op waarmee je een soort recht krijgt in de toekomst. Daarmee probeer je iets te bewerkstelligen waar je niet openlijk voor uitkomt.

Deze niet uitgesproken opvattingen spaar je in de vorm van zegeltjes tot de kaart vol is. Dan ga je expres de boel bedonderen, de boel de soep in laten lopen.

Vandaaruit zie je alles donker in het leven en heb je de neiging om te stoken”.

Blijken van herkenning worden uitgesproken in de groep. Voorbeelden worden ingebracht. Zoals: ‘Dossier maken’ : Alles bij elkaar sparen, onthouden, optellen om de ander later mee te kunnen te pakken.

Als oplossing wordt genoemd dat dossiers gewoon van tafel moeten, en al helemaal als er dingen in staan die niet waar zijn.

Je hoort ruimte te geven aan degene waar je een dossier van opgebouwd hebt. Gewoon opruimen die “oude zooi”, een nieuw startpunt maken, ruimte en vertrouwen geven.

Lieve Koe geeft een ander voorbeeld: “Een ruzie die uit de hand gelopen is, met onterechte beschuldigingen, grenzen die overschreden zijn. Je weet wat je zou kunnen doen, maar je doet het niet. Maar wees hiermee voorzichtig!

Want : Je vergelijken met anderen moet je niet doen, je moet alleen naar jezelf kijken. Je moet geen voorwaarden stellen voordat je iets gaat doen, want : wanneer aan die voorwaarden niet voldaan wordt zit jij er mee.

Jij lijdt, jij hebt er last van, dus hoe dan ook moet je een handreiking doen (en niet op de ander wachten).

Ook al heb je het vermoeden dat het niet zal helpen, dan moet je het toch doen! Niet de boekhouder spelen van : wie staat er op winst of verlies ?

Waarom zou je niet het beginpunt zijn van de oplossing? En daarmee vooral ook jezelf bevrijden”.

Zo het verhaal van Lieve Koe.

Als afsluiting van de avond wordt er door een groot aantal dieren, ook uit andere groepen, heerlijk gedanst en wat gedronken.

Zaterdagmorgen worden er dromen van dieren verteld.

De eerste die een droom vertelt is Kale Hond.

Hij rijdt zoals altijd te hard. Plotseling wordt het donker. Kale Hond heeft het gevoel dat hij in deze duisternis niet zo hard kan rijden. Een stem links van hem zegt dat hij gerust door kan rijden en dat het allemaal wel goed komt.

Hij merkt dat zijn rechterwielen al los komen van de grond. Hij stuurt naar links, maar denkt : Dit is het dus, nu ga ik dood. Een stem links van hem zegt: ” Ge kunt ook remmen.

Hond”. Daar had hij nog helemaal niet aan gedacht en hij probeert te remmen, maar weet dat het al te laat is.

Met een kloppend hard wordt hij wakker. Hij is voor het eerst in zijn leven bang.

Het “Ge” i.p.v. van “Je” komt doordat hij sinds gisteren veel met Kip praat”, zegt Kale Hond.

Bij de verdere bespreking van de droom blijkt dat Kale Hond in zijn leven altijd te hard gaat, ook met werken en dat hij denkt dat hij god is, dat hem niets kan gebeuren en dat hij de dood niet vreest. Hij is niet aanspreekbaar op zijn gedrag. Hierdoor laat hij een essentieel deel uit zijn leven weg, namelijk de angst. Daarmee is zijn leven kleurlozer.
Schuw Hert vertelt een droom over wielrennen. Daarin zijn de Nederlanders de gedoodverfde winnaars en er is ook een Noor bij. Tot ieders verbazing wint de Noor de wedstrijd. Het Hert is blij voor hem.
De Koe laat hem de droom uitbeelden. Het Hert kiest een aantal mannen uit de groep in de rol van Nederlanders, hij is zelf de Noor en wint de race.
In zijn werk heeft hij te maken met de situatie dat hij het moet opnemen tegen gevestigde namen en buro’s. Dat het moeilijk is om ertussen te komen. De Koe vertelt hem dat de droom hem leert dat fysieke activiteit en sport voor hem een manier zijn om er helemaal te zijn.
Vervolgens heeft hij nog gedroomd dat hij met zijn twee dochters met de auto op vakantie gaat. Hij komt nog twee keer langs huis en vindt uiteindelijk de camping waar ze moeten zijn, net over de grens in België.
Het regent te hard om te tent op te zetten en de auto blijkt er later niet meer te zijn. Het Hert is druk met het regelen van vervoer. Als hij wakker wordt beseft hij dat hij helemaal niet meer gedacht heeft aan zijn dochters, zo druk was hij met het regelen.

Lieve Koe laat Schuw Hert de route lopen die hij in zijn droom nam. Het blijkt dat hij steeds hetzelfde rondje loopt en hij eindigt net over grens. Niet ver van huis.

Dit herkent Hert in zijn leven en in zijn werk. Hij hecht aan veilig, bekend, vertrouwd.
Ook Lapjeskat vertelt een droom : Zij zit in een kano met 2 andere dieren. Ze gaan op een eiland af dat niet bewoond lijkt.Dan ziet Lapjeskat dat er gevaarlijke stromingen zijn en zegt dat ze tegen de stroom op moeten roeien omdat ze anders niet meer weg komen.
Ze komen aan bij een huis in de bewoonde wereld waar Lieve Koe in de keuken staat. Ze zegt dat je vlees het best in kleine stukjes kunt snijden als het bevroren is.
Lieve Koe snijdt gehakt in stukjes in een kartonnen gebaksdoos in de gootsteen. Dat lijkt Lapjeskat niet handig, maar ze zegt er niets van. Het bevroren snijden is wel een tip voor hun eigen vlees.
Dan vragen ze aan Lieve Koe wat er verderop is wat ze niet konden zien.
“Daar houdt de wereld op zegt Lieve Koe, er is alleen zand”.
“Zouden er ook aapjes zijn?” vraagt de jongste. Lapjeskat zegt : “natuurlijk niet, want aapjes leven in de tropen en het is maar 17 graden”. Als ze wakker wordt denkt ze aan aapjes.
“Lapjeskat is eigenwijs”, zegt de Koe.”Ze doet alsof ze graag wil leren, maar Lapjeskat neemt niet graag iets aan van een leraar. Er zit negativiteit in het altijd er tegenin willen gaan en hierdoor is ze ook los, is er geen contact”.

Na de koffie leest Kalkoen voor uit het boek ‘ Zonder Einde’ van Wijze Uil. Daarin wordt gesproken over jezelf vergeven. Daarmee kun je vrij worden van het door je zelf geschapen lijden. Jezelf vergeven kun je pas als je echt spijt hebt en de pijn ook voelt. Het probleem bij schuld is dat je het zelf te lang vasthoudt (en niet vergeeft) of dat de ander jou niet kan vergeven (zodat er altijd een restje blijft).

Pony vertelt over de ruzie die ze heeft met een vriendin uit hun vriendengroepje van vier. Op een avond heeft die vriendin haar onverwachts en onterecht uitgescholden en daardoor voelde zij zich erg gekwetst. Ze is weggegaan omdat ze helemaal overstuur was. Sindsdien heeft ze geen contact meer met haar.

Ze vindt het moeilijk om haar te vergeven, ook al is hierdoor het vriendengroepje uiteen gevallen.

Pony merkt op dat ze het misschien vooral moeilijk vindt om zichzelf te vergeven. Schuldig voelen verlamt.Vergeven is echt geven (en niet vergeving terug willen hebben) en loslaten.

Vervolgens leest Lieve Koe uit het boek ‘Tot zover’ van Wijze Uil. Ze benadrukt de zin: “Vertrouwen dat er iets is dat je behoedt als je alles inzet wat je kunt en wat je weet.” Lieve Koe vraagt wat dieren daarin raakt. Onder andere de volgende zaken worden genoemd : behoeden: er is contact, er is een engelbewaarder – alles inzetten – het is er ook voor jou – weten is het innerlijk weten.

Behoeden kan ook een andere mens zijn die, of iets in jezelf dat, jou op dat moment in je leven – behoed heeft. Bidden hoort daar ook bij: Je ik opzij zetten en je openstellen voor meer dan ik .

Lieve Koe vraagt aan Manke Tijger : “Wat doet de tekst met jou ?”. Tijger zegt: “het raakt me dat er voldoende liefde voor iedereen is omdat ik voel dat ik pas echt liefde kan geven als ik erop vertrouw dat er ook liefde voor mij is. Ik voel nu liefde in mijn leven. Maar ik moet wel mijn best doen om me voor liefde open te stellen en liefdevol te zijn”.

Lieve Koe noemt hem ‘een schildpad die in zijn huisje blijft’.

(Introvertheid is volgens Tijger een wezenseigenschap die nooit (echt) verandert.)

Daarna komt het functioneren van de tussenzichtgroepjes aan bod. De groep van Kale Hond, Paard, Biggetje en Merrie gaat in het midden zitten. Zij houden een tussenzichtbijeenkomst waar bij de hele groep toekijkt.

Bij het nabespreken door de hele groep komen voorwaarden naar voren om een ‘tussenzicht’bijeenkomst iets op te laten leveren, zoals : kleur bekennen en zeggen wat het met je doet wat de ander Inbrengt, als inbrenger ziel en zaligheid inbrengen, werkelijk met de billen bloot gaan, verbondenheid met elkaar, niet sussen om het veilig te houden, andere werkvormen gebruiken die kunnen helpen om uit je hoofd te komen, contact maken, bezig blijven met degene die iets inbrengt, aangeven wat het met jou doet, zeggen wat je impuls is en daarop doorvragen, aan iemand uit je intervisiegroep om je te helpen iets goed in te brengen

en daardoor goed geholpen te worden.
Na het middageten gaat zijn groepje in het midden zitten. Nadat Pandabeer en Antilope wat gezegd hebben zegt Tijger : “Voordat wij weer tussenzicht kunnen houden met elkaar denk ik dat we eerst het conflict op moeten lossen, dat er ligt”. Kip kakelt meteen : “Hoezo ? Welk conflict ? Ik heb helemaal geen conflict”. Manke Tijger vraagt : “Dus jij was niet eerst boos op Pandabeer en Antilope en nu op mij, Kip ?”
Lieve Koe grijpt in. Wat gebeurt hier ? Zijn houding wordt omschreven als afwachtend, als buiten schot blijven. De houding van Kip is: zich aangevallen voelen, voor op haar stoel zitten, ontkennen.
Aantrekkelijke Antilope houdt zich afzijdig en Goedmoedige Pandabeer probeert wel te bemiddelen maar het lukt hem niet.
De Koe vraagt vier helpdieren, voor ieder van het groepje ëën. Die gaan ieder achter een dier van zijn groepje staan met een hand op een schouder.
Zij zullen door druk op de schouder aangeven, wanneer ze vinden dat dat dier wat moeten zeggen. Spinnende Poes gaat bij iemand anders staan. Jammer.

De Koe vraagt of de helpers staan achter het dier dat ze het meest willen helpen.

De ijdele Knuffelbeer achter hem merkt op: “Nou, dan moet ik eigenlijk hard weg hollen”. Met die hulp zal hij het dus moeten doen.

Goedmoedige Pandabeer neemt het woord.

Na een tijdje drukt Ijdele Knuffelbeer op zijn schouder, maar Panda is nog niet uitgepraat. Tijger wil hem niet onderbreken.

Dat gebeurt nog een keer. Ze schieten er niet veel mee op.

Lieve Koe stopt de sessie en een volgend groepje komt aan de beurt.

Een afspraak maken voor een volgende tussenzicht-bijeenkomst lukt zo maar niet. Kip wil er iemand bij hebben die hen helpt.

Lieve Koe of Kalkoen.

Wanneer Kip dat persé wil dan steunt Antilope dat idee. Pandabeer vindt het niet nodig.

Tijger wil het liever eerst echt met zijn vieren proberen voordat ze er iemand bij halen.

“Vind jij soms dat ik het niet echt probeer ?” kakelt Kip. Ze zullen het aan Lieve Koe vragen. Tijdens de afsluitronde wordt de vraag aan Lieve Koe voorgelegd. Lieve Koe en Kalkoen vinden beiden dat de vier het eerst echt zelf moeten proberen.

Na afloop van de bijeenkomst komt Tijger bij zijn vriendin Mooie Hinde thuis. Hij vertelt haar over het gedrag van Kip.Hoe erg hij het vindt dat zij het de bedoeling van het tussenzichtgroepje onmogelijk maakt.

Dat hij haar een Valse Kip vindt. Samen vragen ze zich af wat er achter zit bij Kip. Zou ze zich afgewezen voelen ?

Als dier ? Of erger : Als vrouw ?

spanning

top

De 5 de tussenzichtbijeenkomst is bij Valse Kip. ‘s Avonds om 7 uur. Er is niet op eten gerekend. Alleen Pandabeer heeft afgesproken om mee te eten. Manke Tijger heeft een bosje gele tulpen bij zich voor Kip.

“Waar is dat voor ?”, vraagt Valse Kip “Nou gewoon, voor de gastvrijheid”, zegt hij. Eerdere keren werden er ook kleine geschenkjes gegeven. Kip loopt weg met de bloemen. Hij neemt plaats op de bank. Pandabeer moet nog komen.

Die komt na 5 minuten en dan gaan Valse Kip, een kuiken van haar en Pandabeer aan tafel. Na 10 minuten gaat de telefoon. Antilope kan het huis van Kip niet vinden. Na weer 10 minuten komt Aantrekkelijke Antilope. Die gaat ook op de bank zitten. Na 5 minuten is men klaar met eten en wordt er gevraagd of ze koffie willen. Na een half uur op de bank zitten wil Tijger wel koffie.

De bijeenkomst begint. Er wordt onder meer gesproken over een ondernemen dat Pandabeer samen met Jonge Aap aan het opzetten is. Wanneer Manke Tijger aan bod komt wordt hem gevraagd hoe hij zich voelt. “Een beetje gespannen”, antwoordt hij. “Waarom ?”. “Ik voel hier spanning”, zegt Tijger.

Hoe hij de tussenzichtgebeurtenissen tijdens de vorige bijeenkomst van de levensschool heeft ervaren ?, wordt hem gevraagd. “Als onprettig”, antwoord hij.

“Wat is dat nou ! Onprettig. Is dat alles ?” Valse Kip en Pandabeer concluderen, dat hij niet in staat is zijn persoonlijke gevoelens tot uitdrukking te brengen. Aantrekkelijke Antilope brengt daartegenin dat de Tijger dat wel goed kan als zij contact met hem heeft.

Wat er dan door hem heen ging ? Tijger: “Het gevoel dat door het gedrag van de Kip de bedoeling van het tussenzichtgroepje onhaalbaar wordt gemaakt”. Dat vind ik erg vervelend. Voor mij zijn de tussenzichtbijeenkomsten wel erg de moeite waard”. Of hij zich kan voorstellen wat Kip heeft doorgemaakt ?

(Volgens hem is Valse Kip vooral negatief geweest. Heeft ze erg veel aandacht voor zichzelf opgeëist. Bewust zielig gedaan.En heeft ze het zo weten te keren dat zij nu mag voorschrijven hoe anderen zich moeten gedragen. Volgens Tijger deed ze nu precies datgene waarover ze zo boos was geworden toen ze meende dat haar door de Pandabeer verteld werd hoe zij zich moest gedragen.

Terwijl die alleen gezegd had dat hij vond dat zij naar haar gedrag moest kijken, wanneer dat door de anderen als agressief ervaren werd.
En zich verontschuldigd had met te zeggen dat hij had moeten zeggen : “Ik wil je vragen om daar naar te kijken”. Maar intussen praat Halfslachtige Pandabeer helemaal met Valse Kip mee.)
Hij heeft dus wel een indruk van wat Kip heeft meegemaakt. Maar hij kan daar weinig zieligs voor de Valse Kip aan ontdekken.
Dus zegt hij : Ik vind het jammer dat wij elkaar niet begrijpen, Kip .
Valse Kip wordt boos. “Je moet het bij jezelf houden !”, kakelt ze. “Je mag niet voor mij praten !”
Nu gaat ze hem voorschrijven hoe hij moet praten.
Daar houdt hij niet van. Dat lijkt hem niet de goede manier. Natuurlijk moet hij het bij zich zelf houden. Maar hij is toch niet verplicht om op een door haar voorgeschreven manier te gaan praten ?

“Wat wil je nou van mij, Kip ?”, vraagt hij.

“Ik wil jou zien”, antwoordt zij. “Dank je wel, Kip. Dat is voor het eerst dat ik dat hoor. Daar ben ik heel blij mee”.

De sfeer slaat om. Er komt weer lucht, het wordt licht. Vooral Aantrekkelijke Antilope ademt op. Maar hij ook.

Als afsluiting wil Halfslachtige Pandabeer even als kring elkaars handen vast houden.

Maar Manke Tijger moet eerst even naar het toilet. Hij heeft het al een half uur op zitten houden.

Als hij terugkomt wil Valse Kip de kring en de handen niet meer. Bij het afscheid geven hij en Valse Kip elkaar 3 kusjes.

Alles lijkt weer goed.

(on) welwillendheid

top

Op de vijfde bijeenkomst van de levensschool in april komt Tijger te laat. Hij heeft zijn vriend Luiaard opgezocht in Wales. Die had een nieuwe heup gekregen en was nu weer wat meer mobiel. Hij had hem al 2 jaar niet meer gezien. Hij heeft het dus weer eens tijd gevonden om hem op te zoeken. Tijdens het wachten ziet hij op het gazon voor het vliegveld 3 zwarte vogels. “Die betekenen ongeluk”, voelt hij. In plaats van donderdagmorgen komt hij pas donderdagavond heel laat thuis. De levensschool begint op donderdagmiddag. Vrijdagmorgen komt hij in de file terecht. Er is een ongeluk gebeurd.

Tegen 11 uur komt hij in de groep.

De bijeenkomst wordt geleid door een ziek Hoen. Er liggen tarotkaarten. Alle dieren hebben deze morgen een kaart getrokken. Hij trekt er ook een. Hij trekt de 8 van staven. Daarop staat een dier alleen met een staaf. In een actieve houding.

Wat er bij hem opkomt, wordt er gevraagd.

De strijd van een individu, zegt hij. Daar herkent hij wel iets in.

Hij gaat rustig zitten en luistert naar waar het over gaat in dit blok. Tijger merkt dat het hem moeilijk valt om ‘erin’ te komen.

‘s Middags gaat de groep in de tussenzichtgroepjes uiteen. De bedoeling is, dat iedereen een keer als helper kijkt naar de droom van een ander en dat de andere tussenzichtgenoten observeren en eventueel een rol spelen in het uitspelen van de droom. Belangrijk hierbij is, dat je als helper open blijft en afstemt op signalen die je opvallen bij jezelf als je naar de droom luistert. Een moment waarop er iets met je gebeurt of je wat voelt tijdens het verhaal is vaak een goed aanknopingspunt om vanuit te gaan werken. Als helper dien je het proces van de werker zo open en afgestemd mogelijk te volgen. Hij zit samen met Valse Kip en Halfslachtige Pandabeer. Aantrekkelijke Antilope is er niet.

Hij vertelt dat hij geen actuele droom heeft. Valse Kip wordt boos. Hij zegt dat hij bijna nooit droomt en het in ieder geval niet onthoudt. Hij kent nog wel een oude droom.

Valse Kip zegt : “Jij had aan Kalkoen moeten vragen wat je moet doen als je geen droom hebt”.
Hij begrijpt niet waarom.

Valse Kip gaat weg. Even later komt ze terug en zegt tegen hem : “Kalkoen heeft gezegd, dat ik het gewoon moet zeggen”.

“Ik vind jou verschrikkelijk”.

Hij denkt : “Wat gebeurt hier ? Wat moet ik hier nou mee ? Wat is dat voor een achterbaks advies van Kalkoen ?”

Ik vind jou een valse kip. Maar ik vind niet dat ik dat moet zeggen. Daarmee komen we niet verder”.

Hij zegt : “Ik denk dat we op deze manier niet verder komen. Wat Kip doet is bijzonder onwelwillend. Volgens mij is er een sfeer van welwillendheid en openheid nodig”. Halfslachtige Pandabeer zegt dat hij ook wel welwillendheid mist.

Ze besluiten naar een droom van Halfslachtige Pandabeer te luisteren. Valse Kip zal als helpster optreden.

Manke Tijger zal waar nodig meespelen en mee helpen.

De droom van Halfslachtige Pandabeer gaat als volgt :

Hij loopt door de stad en ziet een jong lopen waar kennelijk wat mee aan de hand is. Hij gaat op het jong af en vraagt wat er is maar het jong reageert maar half. Om het jong te kunnen helpen moet hij eerst zijn fiets wegzetten. Wanneer hij dat gedaan heeft zoekt hij het jong weer maar dat wordt nu meegenomen door enkele mannen die hij wel kent.

Of het jong wel met de mannen mee wil ?, vraagt hij. Maar om zelf ook met het jong mee te kunnen gaan moet hij zijn fiets weer hebben. Nu kan hij het sleuteltje niet vinden en het jong verdwijnt met de mannen.

Zelf denkt de Pandabeer dat hij er moeite mee heeft als de hulpvraag niet duidelijk is. Maar hij voelt zich ook wel het jong dat niet echt geholpen wordt. Een beetje in de steek gelaten.

Manke Tijger vertelt Halfslachtige Pandabeer dat het op hem overkomt alsof Panda nu zich zelf ziet doen waar hij zich vroeger het slachtoffer van voelde: Niet echt helpen. Halfslachtig zijn.

En dat hij daar met zichzelf niet tevreden over is.

Die avond wordt alle dieren verzocht iets kleins en dierbaars van zichzelf te pakken. De dieren worden in 2 groepen verdeeld. De eerste groep maakt met 2 stoelen een zitje voor twee. Met gesloten ogen gaan die dieren daar zitten. De andere helft wordt verzocht bij iemand plaats te nemen en hun dierbare voorwerp in de handen van het reeds zittende dier te leggen. Het eerste dier zit voortdurend met gesloten ogen. Het probeert zich helemaal af te stemmen op het voorwerp en alleen maar woorden of zinnen te zeggen die opkomen bij het aanvoelen van het voorwerp.

Daarna wordt er gewisseld. De laatstgekomen dieren blijven zitten en sluiten hun ogen. De eerstkomers gaan nu op zoek naar een dier om hun voorwerp aan te geven.

Er wordt nagepraat over wat er is ervaren. Paradijsvogel had het heel zwaar. Moederkloek wilde het voorwerp niet aannemen (het was een schaartje, dacht zij)

Pony had het ook zwaar, tijdens de afsluiting kwam er iets heel heftigs. Ze zat er eigenlijk nog in. Loslaten is een keuze. Het is niet van haar. Ze moet huilen als helpster ook toelaten.

Schuw Hert voelde dat hij heel goed kan afstemmen en daardoor zonder oordelen hulp kan geven.

Dik Olifantje was heel hard bezig met wie er tegenover haar zat om daar op af te stemmen. Veel met de ander bezig. Een bekend thema voor haar.

Merrie vond het ontvangen veel moeilijker dan het geven.

Een bekend thema voor haar.

Booskijkende Poedel vond het fantastisch om te ontvangen.Kale Hond komt in het ontvangen vaak sterke weerstand n tegen, het staat ver van hem af, waft hij. Toch gaat hij er telkens in mee en komt hij er blij verrast uit.

Ter afsluiting wordt er een stukje voorgelezen van Wijze Uil over ‘Stilte’.

Die vrijdagavond gaat hij vroeg naar bed.

Zaterdagmorgen wordt er begonnen met lichaamswerk.

En wordt er een aantal dromen uitgewerkt.

De eerste droom is van de Egel : Zij is in het huis van Pony. Kijkt uit raam met een broer van Pony en ziet buiten een dier met een fles drank. Zij wordt uitgenodigd om te blijven eten. Dit is heel fijn maar zij moet na het eten snel weg omdat zij een feest moet organiseren.

Hoopt dat zij niet mee af hoeft te wassen, maar jawel hoor. Het wordt haar gevraagd dus geldt voor haarzelf : Afwassen moet. Het irriteert haar. Dan is ze weg en gaat een feestje organiseren wat eruit bestaat dat zij een gevecht in scène moet zetten om de omstanders iets te leren.

Dan is plots haar voortand eruit en het ziet er vreselijk uit. Loopt telkens naar spiegel in de hoop dat het niet waar is, maar het is wel waar en ze moet een afspraak maken met de tandarts. Dan is Pony daar weer met de telefoon.

Uitleg : In het dier met de fles ziet Egel haar zwaar depressieve vader, wat een confrontatie is, zij zegt het anders om geen schuld te hoeven voelen t.o.v. hem, en heeft de neiging om er een gevecht van te maken, een worsteling, net als van het feest. Hechten aan het zware depressieve begint op moment dat ze rotzooi van een ander dier ziet. Dit is een vorm van de persoonlijkheid. (kiezen voor de bekende weg) Hechten aan het donkere, het lijden, het depressieve. Die is bekend en heeft voor Egel met familiekarma te maken. De tand laat het gat zien waarvoor ze bang is na het wegvallen van haar baan, wat doordenkend in lijden uitkomt, in depressie.
Een andere keuzemogelijkheid is: het leven is een feest en dat mag je ontvangen.
De tweede droom is van de Merrie : Zij ligt in een ziekenhuisachtige kamer. Voor een abortus. Het is allemaal heel klinisch, heel technisch. Zij voelt niets en denkt in centimeters, en anatomisch. Zij ziet een slang naar binnen gaan en ziet dat daardoorheen allemaal botjes langskomen. Deze kan ze allemaal benoemen. Ze vindt het niet normaal dat het niets met haar doet en dat ze alleen technisch denkt.
Uitleg : Tijdens het vertellen van de droom is er wel gevoel. Een abortus is iets nieuws in jezelf wat je weg laat halen. Het mag niet groeien. Zij voelt dat dit alleen haar gevecht is. Sluit haar ogen en voelt wat een baby in haar armen haar doet. Alles wat je echt voelt in zo’n situatie is iets van jezelf.

De volgende droom is van Spinnende Poes : Ze fietst door een groot bos. Het pad slingert. Zij is met een schoonzus en haar jong. Zij ziet hen beiden in een ven rijden en pratend en lachend onder water terecht komen.

Zij komt er bij, geen paniek en gaat hulp halen bij een huisje. Zij lopen samen het water in om te zoeken en vinden het fietsje. Dan hoort zij van achter haar naam roepen en ziet daar vrolijk haar schoonzus met haar jong staan.

Uitleg : Zij ziet zelf hoe ze invult dat de ander hulp nodig heeft en biedt dit dan ongevraagd aan. Raakt daardoor zelf in het water (emotie?) en de ander staat te lachen aan de kant.

Dan leest Achterbakse Kalkoen een stukje voor uit het boek ‘Tot zover’ van Wijze Uil.

Na de koffie gaan de dieren in een grote kring staan. Ze krijgen de volgende opdracht : “Keer in jezelf. Leg een hand op je buik en een op je hart en voel dat de energieën van buik en hart met elkaar verbonden zijn. Kijk wie je van hieruit iets te zeggen hebt in de groep. Loop daar naar toe en zeg het”. Hij denkt erover om naar Valse Kip te lopen. Maar wat moet hij zeggen ? Merrie komt naar hem toe. Ze zegt : “Toen wij met tweëen dansten voelde ik dat jij je kunt laten zien zoals je bent. Doe het gewoon ! Daarna komt Moederkloek naar hem toe en zegt : “Ik zou je een schop willen geven. Laat je zien !”.

(Introvertheid is volgens Tijger een wezenseigenschap die nooit (echt) verandert. Dat is zijn manke poot, om daar beter mee te leren omgaan is hij hier gekomen. )

De laatste opdracht die morgen is dat ieder dier voor zichzelf opschrijft : Hoe en waar in mijn leven ben ik al van nature helpend?, en ook : Wat is mijn effect op mensen ? en : Hoe kan ik mijzelf helpen? Wat heb ik nodig de komende tijd? Vervolgens wordt dit in de tussenzichtgroepjes besproken.

Wanneer hij aan het schrijven is komt Ziek Hoen, dat de bijeenkomst moet leiden, naar hem toe en vraagt of hij even tijd heeft. Hij loopt met haar op en hoort haar vraag : “Zit jij hier wel goed, Tijger ? Is dit wel de juiste plaats voor jou ? Weet je of je hier mee door moet gaan ?” Hij antwoordt dat die vraag hem ook bezig houdt en dat hij daar over nadenkt. Dat hij op de school veel leert en dat Mooie Hinde, zijn vriendin, hem heeft verteld dat hij erdoor is veranderd. Dan gaat hij weer terug naar zijn groepje.

Na het weekend mailt hij aan Aantrekkelijke Antilope, die er niet was, hoe de bijeenkomst voor hem is verlopen. Dat als Achterbakse Kalkoen Valse Kip tegen hem aan het opjutten is hij maar beter kan vertrekken.

Vijf dagen later wordt hij gebeld door Ziek Hoen. Of hij er al over nagedacht heeft. Hij vertelt dat hij eroverna heeft gedacht en er nog verder over blijft denken. Ziek Hoen houdt aan. Hij maakt weinig contact. Er hebben dieren last van hem in de groep. (Hij vindt sommige dieren ook niet makkelijk.) Hij antwoordt dat als hij niet meer welkom is hij dat wel van de groep wil horen.

“Daar mag je de groep niet mee belasten”, kakelt Ziek Hoen. Of hij niet wil praten met haar en Kalkoen ? Dat vindt hij goed. Dat ze het gevoel heeft dat hij een bepaalde laag niet bereikt, kakelt Ziek Hoen verder. Dat hij dingen blijkbaar niet aanvoelt.

Tijger zegt dat hij zo niet wil praten met haar.

Ziek Hoen zegt dat dat zo maar niet gaat en dat ze kontakt op zal nemen met het bestuur van Integere Toepassing van Interdierlijke Praktijken, de levensschool. Ze hangt op.

Die middag heeft hij een afspraak met Stekelvarken, waar hij een jaar een relatie mee heeft gehad.

Intussen is hij weer met Mooie Hinde, maar dat weet Stekelvarken nog niet. Dat wil hij haar vertellen. Maar eerst vertelt hij over het telefoontje van Ziek Hoen. En hij vertelt het “hoe en wat”.

Zij zegt, dat het haar het beste lijkt, dat hij zich goed afvraagt wat hij zelf wil. En vandaaruit duidelijk, open en eerlijk handelt. Dat lijkt hem ook het beste. Hij neemt zich voor om Achterbakse Kalkoen te bellen en een afspraak te maken.

De volgende morgen wordt hij (weer) gebeld door Ziek Hoen. Dat ze een afspraak gemaakt heeft voor Kalkoen, Keffer van het bestuur en hem. Dat dat een ‘open’ gesprek wordt.

Een paar dagen later vertrekt hij weer naar Kambodja. Wat een gedoe allemaal, denkt hij. Over een tijdje zal hij voor het eerst sinds hij bij de levensschool is een gesprek met Achterbakse Kalkoen hebben, maar dan wel meteen met iemand erbij en met als onderwerp of hij niet beter kan vertrekken.

Dat het toch wel vreemd is dat hij de boodschap om eens na te denken of hij op de school wel op zijn plaats is van Ziek Hoen moet krijgen in plaats van van Achterbakse Kalkoen. Die is toch de begeleidster van Integere Toepassing van Interdierlijke Praktijken voor de groep ?

Manke Tijger denkt nog eens goed na over wat hij eigenlijk wil. Zijn “geheime” besluit is : Als het me niet bevalt, dan ben ik weg. Maar hij wil niet zo maar afhaken.

Hij heeft veel geleerd het afgelopen halfjaar en een aantal dieren vindt hij de moeite waard. Er zijn er ook een aantal waar hij weinig mee kan. Maar maar weinig waarvan hij voelt dat ze hem niet gunstig gezind zijn.Helaas heeft hij dat gevoel wel bij Achterbakse Kalkoen. En dat is natuurlijk niet best voor hem. Eigenlijk moet hij een keer gewoon met haar praten, vóór dat er een gesprek plaats vindt waar beslist gaat worden of hij mag blijven.

Hij wil verder gaan met de opleiding. En met de groep. Hij heeft het echt rot gevonden dat Moederkloek naar hem toegekomen is en gezegd heeft dat ze hem een schop wilde geven. Dat hij zich moet laten zien. Hij wil niet storend zijn voor Moederkloek.Voor geen enkel dier dat komt om te leren.

Hij besluit een e-mail te sturen aan alle dieren in de groep. Dat hij het vervelend heeft gevonden hoe het in het laatste blok is gelopen en dat hij zich aan iedereen wil laten zien, dat hij zich niet op de vlakte zal houden.

Dat hij gewoon bij de groep wil horen en mee wil doen.

En dat ze hem daar aan mogen houden.

Vanuit Kambodja verstuurt hij die e-mail.

blaffende honden bijten wel

top

Zo’n aanvallende e-mail als hij van Kale Hond krijgt heeft hij nog nooit ontvangen. Wat is die hond vals zeg. De uitdrukking : ‘Daar lusten de honden geen brood van’ is hier begrijpelijkerwijs niet van toepassing. De laffe hond lust er wel pap van. Wat kan die schelden !

Van grote afstand.

“Ik ben al eerder voor mijn doen ongekend boos naar je uitgevallen. Dat noem ik investeren in de relatie” (Doen honden dat zo ? Investeren in een relatie door heel hard tegen een ander dier te blaffen ? Dat is nieuw voor Tijger). “Je bent door enkele deelnemers en ook door de leiding op je gedrag aangesproken. ” “Of denk je alleen maar aan jezelf ?” “Belazer je naast jezelf nu ook de groep nog ?” “Bullshit ! ” “Je creëert je eigen ellende”.

Tijger schrikt van de intense vijandigheid die uit de e-mail van Laffe Hond spreekt. Hij moet zijn best doen om welwillend te reageren op de scheldpartij. Maar hij doet zijn best en antwoordt inhoudelijk en niet emotioneel op Laffe Hond. Hij geeft toe dat hij een aantal fouten heeft gemaakt en geeft ook aan dat hij een volgende keer zeker anders zal handelen.

Gelukkig krijgt Laffe Hond weinig bijval. Eén ander dier schrijft hem dat hij ook wel twijfelt aan zijn vermogen om zich te laten zien. Maar daar geeft dat dier een eigen reden voor. Verder krijgt hij e-mails waar in gezegd wordt dat de e-mail van Laffe Hond vooral erg oordelend en veroordelend is. Ook dat de e-mail van Laffe Hond vooral iets zegt over Laffe Hond zelf.

En een e-mail waarin wat hij schrijft in zijn e-mail naar de groep een dapper besluit genoemd wordt. Dat helpt.

De destructieve waarde van de e-mail van Laffe Hond is echter groot, voelt hij. Hier is iemand bezig stenen op zijn weg te strooien. Samen met de stenen die Valse Kip, opgejut door Achterbakse Kalkoen, op zijn weg strooit kan dat voor Manke Tijger met zijn manke poot wel eens te veel worden.

En dat allemaal omdat hij beloofd heeft dat hij de volgende keer echt zijn best zal doen. En dat ze hem daar aan mogen houden. Had daar nou niet gewoon op gewacht kunnen worden ? Het duurt bij hem nu eenmaal lang voordat hij zich ergens vertrouwd voelt. En zich wat meer laat zien. Zo is hij.

Op zijn antwoord op Kale Hond komt weer een boodschap van de Hond. Gelukkig is de toon nu vrij normaal. Maar Laffe Hond moet zich nog steeds erg rechtvaardigen voor zijn eerdere mail.

Het geheime besluit van de Hond is ooit geweest : “Wanneer ik van de juistheid van iets overtuigd ben dan handel ik daarnaar, ook al wordt dat door anderen niet gedragen”. Dus terugkomen op iets (denkt Tijger) is erg moeilijk voor Laffe Hond. Dat blijkt.

Gelukkig wordt de e-mail-uitwisseling met cc naar de hele groep stopgezet. Hij stuurt nog wel een mail aan alleen Kale Hond waarin hij hem bedankt voor de moeite die hij heeft genomen om op hem te reageren. Kale Hond antwoordde met : “We komen er wel uit samen”. Tijger is opgelucht.

Na wat ‘heenenweer-ge-mail’ maakt hij een afspraak met Kalkoen. Het lijkt hem zuiverder om eerst eens een ontmoeting te hebben met Kalkoen waarin ze zich naar elkaar uitspreken, voordat het wat meer officiële gesprek met Keffer van het bestuur erbij plaatsvindt.

Als hij weer terug is in Nederland gaat hij naar Kalkoen.

Het is begin juni en prettig weer.

Hij legt uit waarom hij altijd uit haar buurt gebleven is. Hoe ongeïnteresseerd kauwgumkauwend zij er bij kan “hangen” in de groep. Ook haar :”Nee. Je zit wél te slapen !”, is hij niet vergeten.

Zij vertelt dat zij de Kip gecoacht heeft omdat die het moeilijk had in het tussenzichtgroepje.

Maar ze zegt dat ze niet heeft geweten dat de Kip : “Ik vind jou verschrikkelijk!” zou gaan zeggen toe ze haar aanspoorde om te zeggen wat ze vindt. (?)

Ze vertelt dat ze wel getwijfeld heeft of ze niet beter zelf aan hem had kunnen vragen of hij na wil denken of de levensschool de juiste plek is voor hem.

Ze zegt dat het haar voorrecht is als begeleidster om zich niet te hoeven laten zien . Hij moet komen.

Hij zegt dat in een grote groep persoonlijke dingen vertellen niet zijn ding is. Van die manier van aandacht vragen houdt hij niet. Dat doet hij liever 1 op 1 of in kleine groepjes. Maar hij kan het wel als het moet.

Allebei zeggen ze na afloop dat het goed is geweest om eens te praten.

Bij het afscheid laat hij Kalkoen een zijden schaaltje kiezen uit een partij die hij in Kambodja gevangen heeft. Hij krijgt het gevoel dat Kalkoen zich al weer afgesloten heeft. Voor zover ze “open” is geweest.

Een paar dagen later is het gesprek met Keffer en Kalkoen samen over zijn verblijf op de levensschool. Hij heeft een bosje witte Fresia’s voor Keffer bij zich. Het huis van Keffer is vlak bij dat van Kalkoen. Kalkoen heeft een kuiken bij zich.

Keffer begint. Hij heeft kontakt gehad met Lieve Koe over het fuctioneren van Tijger in de groep. En met Kalkoen uiteraard. Met Ziek Hoen ook natuurlijk. Dat telefoongesprek met Ziek Hoen moet toch wel vervelend geweest zijn ? Dat beaamt Manke Tijger, dat was een onaangenaam gesprek geworden.

Manke Tijger moet toch ook begrijpen dat als hij de enige is die bepaalde ideën had hij misschien wel fout zit. (Tijger heeft niet het idee dat hij de enige is met bepaalde ideëen. De meeste van zijn ideëen deelt hij met een aantal dieren. Of deels. Dat vertellen die dieren hem.)

Dat Keffer het niet zo belangrijk vindt wat anderen van de Tijger vinden of last van hem hebben. Dat het erom gaat wat goed is voor hèm.

Dat Manke Tijger naar zijn idee veel spanning kan verdragen. Dat hij iemand nodig heeft die sterk is en hem uit kan dagen. Die door het pantser van Manke Tijger heen kan breken. Maar misschien heeft Manke Tijger dat pantser wel nodig.Dat pantser heeft waarschijnlijk een functie.

(Zelf weet hij dat hij tegenover veel mensen helemaal geen pantser heeft. Wanneer hij wordt benaderd door bijvoorbeeld Spinnende Poes of Aantrekkelijke Antilope of Lapjeskat voelt hij dat niet. Zo lang er een zekere welwillendheid is in de manier waarop hij benaderd wordt voelt hij geen pantser.

Niet meteen tegenover iedereen het achterste van zijn tong laten zien beschouwt hij als een vorm van bescheidenheid en voorzichtigheid. Dat is ook geen pantser. Maar als er geduwd wordt en getrokken, wanneer hij geen basale welwillendheid voelt, dan sluit hij zich inderdaad af.

Ook nu voelt hij geen welwillendheid maar eerder een bepaalde vooringenomenheid.)

Dat hij zelf gezegd heeft dat in een grote groep over persoonlijke dingen praten niet zijn ding is. Dat een kleine groep misschien beter voor hem zou zijn.

Tijger vraagt of Keffende Keffer aan dit gesprek een conclusie verbindt. Keffende Keffer zegt :

“Jij gaat nadenken over wat goed voor jou is. Wij willen je daar bij helpen. Je gaat niet verder met de opleiding”.

Op de weg terug moet het allemaal nog zakken. Hij had niet af willen haken. Maar het is beter om niet verder te gaan. Toch voelt het alsof de beslissing meer vóór hem dan dóór hem genomen is.

Een 6de tussenzichbijeenkomst komt niet meer tot stand. Het lijkt of tenminste één dier niet wil.

Hij wil dit jaar van de levensschool helemaal afmaken. Hij heeft met zijn e-mail belooft dat hij zich helemaal zal laten zien en er gewoon bij wil horen. En dat wil hij ook doen. Dat hij daarna ook zelf met de school wil stoppen komt vooral door dat hij ervaren heeft dat dieren die betrokken zijn bij de school zich niet houden aan wat er op de school geleerd wordt. Er een Beestenboel van maken. Er gebeuren ook wel andere dingen op de school die hem totaal niet aanspreken. Bovendien is hij geen groepsdier. Hij gaat dat ook nooit worden. Hij houdt niet van prietpraat. En niet van achterbaksheid. En wil het ook niet leren.

eindspel

top

Naar de zesde en laatste bijeenkomst van de levensschool in juni gaat hij op de fiets. Het is in de bossen vlakbij. En heerlijk weer.

De begroeting met bijna iedereen is vriendelijk.

Kip en Kalkoen begroeten hem niet.

De bijeenkomst wordt geleid door een vriendelijke Grijze Duif. Het onderwerp van deze bijeenkomst zal voornamelijk het terugblikken op het jaar op de levensschool zijn. Er wordt gevraagd wie er wat in wil brengen.

Na de inbreng van enkele anderen staat Tijger op en zegt : “Ik wil eerst 2 dieren groeten die mij bij het binnenkomen niet gegroet hebben”. Hij loopt naar die dieren toe. “Dag Kip”, zegt hij. “Dag Kalkoen”.

Dan gaat hij verder : “Ik heb naar aanleiding van mijn ervaring op de laatste bijeenkomst een e-mail gestuurd waarin ik heb beloofd mezelf te laten zien. Dat doe ik nu ook. Jullie zien mij hier nu staan”. Hij kijkt rond. Kijkt alle dieren aan. Zegt : “Hier ben ik”. En vertelt dat dit de laatste keer is dat hij op de levensschool komt. Dat hij niet verder gaat met de school.

Hij gaat zitten.

Achterbakse Kalkoen zegt dat hij nog niet alles gezegd heeft. Hij weet niet goed wat ze wil. Het voelt aan of ze aan het duwen is. Wat wil ze toch ? Hij zegt tegen haar : “Je bent voor mijn gevoel aan het duwen, Kalkoen”.

Ze vraagt : Wie er wil reageren ? De Egel zegt : “Ik vertrouw jou gewoon niet”. (Fijne opmerking. Wat moet hij daar nou mee ?)

Er komen vragen. Waarom hij zich tot dan toe zo gedragen heeft. Weinig kontakt heeft gemaakt, niet open was. Hij antwoordt dat dat zijn manke poot is. Dat het lang duurt voor hij zich vertrouwd voelt. Dat hij daarom naar de levensschool gekomen is. Om te leren hoe hij dat anders kan doen. Hij kan (vaak) geen gesprekken aanknopen. Hij kan ze ook (vaak) niet op gang houden. Dat is introvertheid. Het is geen vrije keuze. Op die momenten kan hij niets. En zegt hij niets.

Dat hij (vaak) slecht dingen kan onthouden die mensen tegen hem zeggen. (Veel mensen vindt hij gewoon niet interessant.)

Dik Olifantje zegt dat ze het onbegrijpelijk vindt, dat iemand die zoveel gestudeerd heeft, zo slecht zou kunnen onthouden.

Dat ze dat niet gelooft. Hij is stom verbaasd.

(De een onthoudt cijfers goed, de ander gezichten. Dat heeft toch niets te maken met of iemand gestudeerd heeft ? Vreemde opmerking, voelt hij.)

De vriendelijke Grijze Duif vraagt aan iedereen om voor zichzelf na te gaan of hij of zij zich het afgelopen jaar voldoende heeft ingezet. Nadat iedereen daarover heeft nagedacht zitten de dieren in een kring en vertellen over hun inzet. Hij is de enige die aangeeft dat hij zich onvoldoende heeft ingezet. Achteraf vraagt Tijger zich af of dat wel klopt. Een enkel dier is wel wat kritisch over zichzelf. Maar de meeste vinden dat zij zich goed tot geweldig goed hebben ingezet. Sommigen steken zichzelf wel hele grote veren in hun achteruitgang.

Na het avondeten gaat hij wandelen met Aantrekkelijke Antilope. Hij vertelt hoe hij zich voelt. Dat het ook wel goed voelt om te stoppen. Ze praten ook over het gedoe in hun tussenzichtgroepje.

Vrijdagmorgen gaat het over waar je goed in bent. In kleine groepjes gaan de dieren elkaar een succesverhaal van zichzelf vertellen. Na verloop van tijd zit hij heerlijk muziek te maken met Verlegen Giraf en Grote Grizly.

Tussen de middag maakt hij een wandeling met Schuw Hert. Het is fijn om met het Hert te praten over diens werk en zijn leven en over hun beperkte kontakt tot dan toe.

Dat ze dat allebei wel gewild hebben , maar dat het er niet zo van kwam. Dat het bij Tijger ook wel lang geduurd heeft voordat hij wat toegankelijker werd voor Schuw Hert.

‘s Middags gaat het over “Het sprookje van mijn leven” . Elk dier gaat dat voor zichzelf opschrijven. Daarna gaan ze het in de zelfde groepjes als van de succesverhalen aan elkaar voorlezen.

Grote Grizly vraagt of de groepjes niet anders kunnen. Hij wil nu graag verhalen van ander dieren horen. Maar het blijven de zelfde groepjes.

Grote Grizly vertelt een mooi en origineel sprookje.

Het avondeten nuttigt hij samen met Kale Hond. Hij heeft aan Kale Hond gevraagd om te praten over de e-mail-uitwisseling. “Waarom wil jij eigenlijk praten ?”, waft Kale Hond. Tijger zegt dat het hem goed lijkt om na de e-mail-uitwisseling het kontakt te normaliseren.

Echt kontakt is er eigenlijk niet geweest tussen hen. Kale Hond herhaalt voornamelijk wat hij in de e-mails heeft gezegd, zij het deze keer niet zo agressief. Ook dat hij het pijnlijk heeft gevonden om te zien hoe het andere dieren niet lukte om contact met Tijger te krijgen.
(“Wie waren dat ?”, vraagt Tijger zich af . “Waarom hebben die dieren dat niet gewoon tegen mij gezegd ? Met andere dieren heb ik toch wel contact gekregen ?”)

Dan windt Kale Hond zich weer op : “En gistermiddag deed je het weer. Je ging weer tegen de leiding in door tegen Kalkoen te zeggen, dat je het gevoel had dat ze aan het duwen was”.

Het :’We komen er wel uit samen’ uit zijn laatste E-mail blijkt een loze kreet. De inzet daartoe heeft Laffe Hond helemaal niet.

Die bijt zich vast in zijn eerdere benadering : Manke Tijger heeft zich onaangepast gedragen en daar zal ik hem op wijzen.

Het is:”Aanpassen of wegwezen hier !”. Laffe Hond kan niet over zijn eigen schaduw springen.(Kale Hond heeft tijdens het aannamegesprek voor de school verteld dat hij zich zijn hele leven lang heeft aangepast. Heeft gedaan zoals het hoort. Op de levensschool wil hij leren wie hij zelf is en wat hij zelf wil.

Maar hij doet nog steeds alleen maar wat hij denkt dat er van hem verwacht wordt. En kan het niet uitstaan wanneer een ander dier dat niet doet. Dat dier zal hij dwingen zich ook aan te passen.)

Laffe Hond verzekert hem dat er geen enkel dier in de groep Manke Tijger van het begin af aan weg heeft willen hebben. (Waarom zeg je het dan ? vraagt Tijger zich af.)

Na het eten zit hij samen met Aantrekkelijke Antilope en Schuw Hert. Het Hert spreekt uit hoeveel plezier het hem doet dat hij en Tijger kontakt hebben gekregen met elkaar.

Antilope vraagt of hij niet liever naar huis gaat. Lekker naar zijn eigen bed.

Vrijdagavond gaat het over archetypen.

Er wordt een hele lijst met archetypen die door dieren genoemd worden op het bord geschreven. Dan wordt het beeld geschapen van een dorp waar zij allen wonen. Ieder dier kan kiezen welke rol (archetype) hij of zij in dat dorp wil vervullen. Natuurlijk moeten de andere dieren die rol aanvaarden.

Aanvankelijk speelt Egel voorzitster bij het verdelen van de rollen. Maar niet iedereen is tevreden met de wijze waarop zij dat doet.

Tijger brengt in dat Egel een nuttige taak vervult. Maar haar taak wordt overgenomen door Jonge Aap.

Die vervult de taak soepel en met hier en daar een kwinkslag.

Spinnende Poes wil boerin zijn en voor eten zorgen. Dat wil Rustige Geit eveneens. Moederkloek wil kruiden verbouwen. Dat wil ook Valse Kip. Halfslachtige Pandabeer wordt jeugdleider gemaakt. Laffe Hond wil rechter zijn. Het is maar goed dat Tijger niet echt in een dorp hoeft te wonen waar Laffe Hond rechter is. Zo krijgt ieder dier zijn rol. Tijger kiest voor avonturier en zegt dat hij vaak op reis zal zijn.

Na de avondsessie heeft hij een gesprek met Biggetje.

Met Biggetje heeft hij een tijdlang veel moeite gehad. Maar na wat pogingen over en weer zijn ze elkaar veel beter gaan begrijpen. Intussen kunnen ze aardig met elkaar praten. En elkaar nieuwe gezichtspunten bieden omdat ze deels heel anders zijn. Het Biggetje vertelt dat in haar tussenzichtgroepje gesproken is over de e-mail van Laffe Hond aan hem. En dat Laffe Hond er kontakt over heeft gehad met Valse Kip.

Vrijdagavond wordt er lekker gedanst.

Op zaterdagmorgen gaan alle dieren in een kring dicht bij elkaar staan. Aanwijzing : Ga daar staan waar je je het prettigst voelt.

Hij gaat dicht bij de mannelijke dieren en een paar vrouwelijke staan. Op een gegeven moment wordt Lapjeskat, die ook dichtbij hem staat, door Valse Kip en Egel onder druk gezet om dichter bij hen te komen staan. Ze doet het niet.

Spinnende Poes, die ook dichtbij hem staat, maakt zich los uit de kring en gaat ergens anders staan. Ook Halfslachtige Pandabeer, die tamelijk in het midden staat, maakt zich los.

Maar evenals Spinnende Poes merkt hij dat hij niet meer opnieuw in de kring komt. Jonge Aap houdt Tijger vast. Dat voelt goed. Wat er gebeurt tijdens dit “vind je plek in de kring”-gebeuren wordt nauwelijks nabesproken voelt hij.

Alle dieren wordt gevraagd op te schrijven wat ze vinden dat ze geleerd hebben in het afgelopen jaar.

Dat zal daarna in de kring worden voorgelezen.

Wanneer Tijger de beurt neemt, leest hij : “Ik heb geleerd om niet in mijn emoties te gaan zitten maar te proberen zuiver te handelen.

Ik heb geleerd dat ik “voel” wie mijn vrouw is.

Met die vrouw ben ik nu.

En ook dat ik zal blijven vermijden om vervelende dingen tegen andere dieren te zeggen. Dan zeg ik liever niets”.

Halfslachtige Pandabeer voert een act op waarbij hij zich laat helpen door Grote Grizly en Jonge Aap. Panda kan drie sinaasappels in de lucht houden.

Kip vertelt over wat zij geleerd heeft. Op een gegeven moment zegt ze : “Het meest heb ik geleerd van Manke Tijger”. O jee, denkt Tijger, wat krijgen we nu ? “Ik praat tegen je “, zegt Valse Kip. Hij heeft de opmerking niet opgevat als het begin van een gesprek. Valse Kip heeft hem 2 dagen lang gemeden en maakte nu in haar verhaal een opmerking over hem. En daaruit moet hij begrijpen dat ze het woord tot hem richt ? Langzaam kijkt hij in haar richting. En naar de groep. Voor een aantal heeft Valse Kip gescoord.

Wat Valse Kip van hem geleerd heeft vertelt ze niet.

Grote Grizly-beer vertelt zijn verhaal in een song die hij ten beste geeft.

Kale Hond vertelt dat hij veel geleerd heeft. En dat hij het geleerde ook toepast. Dat hij het geleerde onder andere heeft toegepast in zijn e-mails aan Manke Tijger en daarmee Manke Tijger heeft geholpen. Jonge Aap vraagt hem : “Vind je ? Kun je dat uitleggen ?” Laffe Hond zegt dat hij het niet de plaats en de gelegenheid vindt om dat uit te leggen. Een slap en ontwijkend antwoord.

Na de koffie komt de opdracht om in de tussenzichtgroepjes tegen elkaar uit te spreken wat je van de ander geleerd hebt en waar je bij die ander een hekel aan had.

Tegen Valse Kip gromt hij: “Van jou heb ik geleerd, dat er dieren naar de levensschool gekomen zijn, die helemaal niets willen leren”. En : “Het meest heb ik mij geërgerd aan jouw achterbaksheid”. Het is de eerste en enige keer op de levensschool, dat hij bewust iets onprettigs tegen een ander zegt.

In de grote kring gaan de inschrijfformulieren en het programma voor het volgende jaar van de levensschool rond. Hij geeft door zonder af te pakken.

Het afscheid met de meeste dieren is warm. Met sommigen wat afstandelijk. Hij fietst terug.

naspel

top

2 weken later is er een wandeling in de bossen. Het is begin juli. De meeste dieren hebben afgesproken nog een keer samen te komen om door de natuur te wandelen. Ieder tussenzichtgroepje zal iets voorbereiden om voor te dragen. In zijn groepje zou ieder dier een coupletje schrijven voor een liedje dat ze willen zingen.

Aantrekkelijke Antilope is ziek en heeft zich afgemeld. Valse Kip heeft geen coupletje opgestuurd en komt ook niet opdagen. Kale Hond probeert haar te bellen maar krijgt haar niet aan de lijn. Achteraf zal er een e-mail komen met een vage smoes. De wandeling is heel gezellig. Er worden liedjes gezongen, voordrachten gehouden en groepsspelletjes gedaan. Tijger zingt een liedje samen met Onverschillige Pandabeer op een smartlapmelodie.

Zijn coupletje luidt :

De levensschool begint heel prachtig

Elkaar helpen is het doel

Maar na 4x tussenzichten

Krijg ik een bedreigd gevoel

De kalkoen blijft achter de schermen

En spoort de kip tot pikken aan

Ook laat zij de hond hard blaffen

Daarom kan ik beter gaan

Hij voert ook een éénakter op. Daarin heeft hij een zak over zijn hoofd. Een blauwe als hij zich normaal voelt. Een bruine als hij zich triest voelt. En een rode als hij zich vrolijk voelt. Hij eindigt met te zeggen: “En dan nog zijn er die zeggen : Je laat je niet zien !” De dieren kijken hem niet-begrijpend aan.

De dag eindigt gezellig met een glaasje op het terras bij de “Wolfsberg”.

Voor hem is dit de leukste bijeenkomst van het jaar.

Een paar maanden later spreekt Tijger een zwarte panter. Die bevestigt hem in de overtuiging dat hij niet van alles hoeft aan te leren en af te leren voor hij er mag zijn. Hij is er al. Zoals hij is. Het voelt wèl goed om bewust te leven. Met aandacht voor de wereld om hem heen. En om er duidelijk voor te kiezen wanneer hij wel of niet kontakt wil met anderen. En wanneer hij dat wil zich ook duidelijk open te stellen voor de ander. Hij wil blijven kijken naar wat er is. En er zich bewust van zijn dat het beeld dat hij van de wereld en de dieren om zich heen heeft, het beeld is dat hij ervan maakt. Hij voelt zich weer helemaal blij.

Contact

Waldeck Pyrmontsingel 20 6521 BC Nijmegen Telefoon. 024-3242093 E-mail: email